VERKENNING
LIGHT RAIL MAASTRICHT WEST
BIJLAGE: VOORBEELDEN
In
opdracht van de gemeente Maastricht
Prof. ir. Maurits van Witsen
Dr. ir. Rob van der Bijl
Amsterdam/Zeist, juli/augustus 2001 (update: 7-8-2001)


Heerlen/Houten,
juni 2001
Deze
pagina is een bijlage bij Verkenning Light Rail Maastricht West en omvat
drie voorbeelden uit Duitsland, alsmede enkele links.
E-mail
LRNL/Rob van der Bijl voor vragen,
opmerkingen, etc.


Foto (C) Light
Rail Atlas/Rob van der Bijl, Vaals, augustus 1973
Light
Rail in de Maastrichtse Euregio heeft in het verleden ruimschoots zijn
aandeel aan het OV geleverd, bijvoorbeeld in Luik en de Oostelijke Mijnstreek.
De laatste representant ervan reed in de agglomeratie van Aken; ook
Vaals aan de Nederlandse grens werd aangedaan.

Binnenstad
Maastricht
Achtergrond
= Tekening Mestreechter Manuskripte
Montage = LRNL, juni 2001
Regiotram Maastricht =

DRIE
VOORBEELDEN
(C)
Light Rail Atlas/Rob van der Bijl, juli/augustus 2001
Voorbeeld
1:
Saarbrücken
De
hoofdstad van het Saarland is Saarbrücken (180.000 inwoners). Ze zeggen
hier niet Guten Tag, maar Salü, hetgeen de Franse invloed verraadt.
Sinds eind oktober 1997 rijdt in Saarbrücken weer een tram (de
oude verdween in 1967). Door de binnenstad is een nieuw traject aangelegd,
dat uiteindelijk eindigt in Brebach en vervolgens door het dal van de
Saar verder gaat naar de Franse grensstad Sarreguemines (Saargemund).
Dit tweede trajectdeel loopt vanaf de buitenkant van de stad echter
op het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Zo is het mogelijk gebleken
om betrekkeijk snel en goedkoop de eerste lijn te openen van een toekomstig
regionaal netwerk, waarop trams (gebouwd door Bombardier) dienst doen
die geschikt zijn om zowel op straat tussen het gewone verkeer te rijden,
als op de spoorweg tussen de zware treinen van de DB. Een dergelijk
concept wordt wel aangeduid als een 'duo-systeem': zowel tram als trein.
De
Saarbahn loopt in de stad als een tramlijn in oost-westelijke richting.
Behalve een regionale lijn is het vooral ook een stadstramlijn (elke
7,5 min. tussen Cottbuser Platz en Brebach). Dit gedeelte van het traject
is geheel nieuw aangelegd. De openbare ruimte is opgewaardeerd, de auto
voor een deel verbannen en het plaatselijke busnet aangepast en in belangrijke
mate omgevomd tot 'feeder' van de tram. Pal in het centrum bij de halte
Johan Kirche is goed te zien hoe mooi de tramlijn in de openbare ruimte
is geïntegreerd. Vandaar voert een korte wandeling naar het 18de eeuwse
centrum (de eigenlijke Altstadt ligt iets westelijker, aan de andere
kant van de rivier). In het voetgangersgebied rondom de St.Johanner
Markt is het aangenaam toeven. Hier kan comfortabel gewinkeld worden.
En Am Stiefel zijn ruime mogelijkheden op lekker te eten en te drinken.

Zicht
vanuit Light Rail Atlas' tijdelijke kantoor in Saarbrücken, 20
augustus 1999
Na enkele kinderziektes draait het nieuwe bedrijf goed. Er is een substantiële
toename van het aantal reizigers. Met name het traject door de binnenstad
is buitengewoon succesvol. Dat komt zeker ook doordat daar de lijn de
ruggegraat vormt van het locale openbaar vervoer; de bussen dienen overwegend
als 'feeders' (vergelijkbaar met bijvoorbeeld de situatie in Strasbourg).
Onlangs is de lijn aan westelijke zijde over een kort stuk verlengd
naar Cottbuserplatz, de aanzet tot een verlenging via een nieuw traject
in de bebouwde kom naar Riegelsberg, en uiteindelijk via DB-spoor (symbolisch
overgenomen voor 1 mark) naar Lebach.
Sinds de zomer van 1999 rijdt bij grote tentoonstellingen een tijdelijke
lijn 2 naar de Messe, via een tweede aansluiting op het DB-spoor nabij
Cottbuserplatz. Deze lijn illustreert hoe straks relatief gemakkelijk
het netwerk van Saarbrücken de regio in kan worden getrokken. Aldus
vormt dit bedrijf met Karsruhe nu al een succesvol duo-systeem.
Westelijk
van de centrale stad ligt Cottbuser Platz, de tijdelijk eindhalte van
de Saarbahn. De tramlijn loopt eind volgend jaar vanaf hier naar Riegelsberg-Süd.
Pal voor de huidige eindhalte is een aansluiting gemaakt met het hoofdspoor
van de Deutsche Bahn. Deze aansluiting wordt vooralsnog alleen gebruikt
voor de tijdelijke lijn 2 naar de Messe (expocentrum). De laatste keer
reed deze lijn naar de 'Internationale Saarmesse', die tussen 1 en 9
april j.l. werd gehouden. In de nabije toekomst wordt echter permanent
doorgereden naar verdere bestemmingen in de regio, zoals Forbach (F),
Völkingen en Saarlois (er is trouwens ook nog een aansluiting op het
hoofdspoor in Brebach). Cottbuserplatz biedt een leerzaam perspectief
op het concept van de Saarbahn. Kijkend richting centrum zien we een
nieuwe, niettemin traditionele stadstramlijn. In de andere richting
wordt die lijn eveneens nieuw uitgebouwd door een buitenwijk, terwijl
als het moet op pragmatische wijze verder de regio in gereden kan worden
via de aansluiting op het hoofdspoor.

Foto (C) Light
Rail Atlas, het tijdelijk eindpunt Cottbuserplatz, 20 augustus 1999

Foto (C) Light
Rail Atlas
aansluiting op het hoofdspoor nabij Cottbuserplatz,
21 augustus 1999
Op
het geheel gerenoveerde stationsplein komt de tram samen met de bus.
Er zijn vier sporen: twee voor de tram, twee voor de bus. Maar desgewenst
kan de tram ook (tijdelijk) halteren bij de iets lagere busperrons.
De situatie illustreert mooi hoe op eenvoudige wijze een overstap van
tram op bus, en van trein op tram/bus kan worden georganiseerd en vormgegeven.
De loopafstanden tussen de verschillende modaliteiten zijn kort. De
tram- en busperrons zijn doelmatig en fraai geïntegreerd in de openbare
ruimte. Een aardige bijkomstigheid is het feit dat indien noodzakelijk,
bijvoorbeeld bij calamiteiten, extra, tijdelijke diensten, etc., de
trams kunnen worden omgeleid naar het treinstation. Behalve in de testfase
en bij speciale presentaties van het materieel is dit echter tot nu
toe niet gebeurd.

Foto (C) Light
Rail Atlas,
Saarbahn in binnenstad, 21 augustus
1999
Aan
de oostelijke zijde van de centrale stad loopt de tramlijn via een talud
naar het dijklichaam van het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Even verderop
is de 'systeemgrens' tussen tram- en treinregiem en wordt op het hoofdspoor
aangetakt. In de verte staat op DB-opstelsporen een deel van het materieel
uit te rusten; de Saarbahn heeft voorlopig nog geen eigen remise en
werkplaats. Nog iets verderop, in Brebach, eindigt de stadsdienst. Elk
kwartier rijden de Light Rail-voertuigen vanaf hier door naar Kleinblittersdorf.
De lijn loopt hier pal langs de Saar. Aan de overkant ligt Frankrijk.
Soms passeert een snelle trein als tegenligger. De tram zelf rijdt hier
tegen de 100 kilometer per uur. De haltes langs de spoorlijn ogen niet
alleen sjofel, ze zijn het ook. Het positieve hiervan is dat de staat
van de stations het gezonde pragmatisme illustreert. Niet alles tegelijk
willen; ondertussen is het systeem toch een succes. En natuurlijk wordt
het straks mooier. Zo was de verbouwing en opknapbuurt van Brebach vorig
jaar al in volle gang.

Foto (C) Light
Rail Atlasz,
Saarbahn in Brebach , 21 augustus
1999
Het
laatste stuk loopt eveneens langs de Saar. Twee keer per uur rijden
hier de sneltrams naar Frankrijk. De lijn takt uiteindelijk af van het
hoofdspoor en is vanaf dat punt uitgevoerd als enkelspoor. Via een brug
over de Saar wordt Frankrijk binnen gereden. Enkele honderden meters
verder ligt het station van Sarreguemines. De situatie is heel simpel
gehouden. Het enkelspoor blijft hier enkel spoor, en loopt alleen iets
door voor het eventueel opstellen van materieel. Het Franse perron is
met een laagje asfalt provisorisch enige centimeters opgehoogd. Aanvankelijk
zagen de Fransen de komst van de Saarbahn niet zitten. Nu, enkele jaren
later, is het tij echter geheel gekeerd. Zo maakt een geplande, derde
lijn van de stad Saarbrücken naar Forbach in Frankrijk een goede kans
om op niet al te lange termijn gerealiseerd te worden. Mede door het
succes van de Saarbahn en het vergelijkbare bedrijf van Karlsruhe hebben
de Fransen het 'duo-concept', zelf spreken ze van tram-train,
omarmd. Zo zal er over enige jaren een geheel nieuw, duo-systeem worden
geopend in Mulhouse. En ook de nieuwe stadstrambedrijven van Grenoble
en Straatsburg hebben zeer recentelijk besloten om hun net tot ver in
de regio uit te breiden door - net als in het Saarland - gebruik te
maken van hoofdspoor.
In Frankrijk is men bijzonder trots op de Light Rail uit Duitsland.
In korte tijd is de Saarbahn een handelsmerk voor Sarreguemines, getuige
onderstaande ansicht van de stad en het station.

Ansichtkaart
station Sarreguemines (Europ)
Data
Saarbrücken
Netwerk
Stamlijn
(met versterkingsdiensten):
(Riegelsberg-Zuid -) Cottbuserplatz - Saarbrücken
- Brebach - Sarreguemines (F)
Tijdelijke
lijn: Saarbrücken - Messe - Fürstenhausen |
straat |
eigen
baan |
viaduct |
tunnel |
hoofdspoor |
x |
x |
- |
- |
x |
Materieel
type |
aantal |
bouwer |
bouwjaar |
lengte |
Saarbahn |
16
(40) |
Bombardier |
1997-... |
37,5
m. |
Leerzaam voorbeeld
Het
nieuwe systeem van
Saarbrücken is buitengewoon leerzaam voor vergelijkbare situaties
in Nederland, met name waar het gaat om gemeenschappelijk gebruik
van NS-hoofdspoor. Om er een paar te noemen: Den Haag - Leiden -
Alphen/Katwijk, Maastricht - Heerlen, Groningen - Assen en Haarlem
- Zandvoort.
Voorbeeld
2: Heilbronn
Het
succes van de Light Rail van Karlsruhe mag bekend worden verondersteld.
Al sinds enkele jaren lopen vanaf deze stad een groot aantal lijnen
kilometerslang de regio in. Een voorbeeld hiervan is lijn S4 die vanaf
Baden-Baden over het spoor van de DB naar Karlsruhe rijdt om vervolgens
over tramsrails door de binnenstad verder - opnieuw over DB-trajecten
- naar de noordelijke zijde van de regio te gaan (totaal ruim 60 km.!).
Tot voor kort eindigde S4 daar in Eppingen, maar sinds eind september
is het station van de stad Heilbronn het nieuwe eindpunt (inclusief
enkele nieuwe haltes).
In 2000 zal de Stadtbahn echter het laatste stuk naar Heilbronn omruilen
voor een traject door de openbare ruimte van de binnenstad. Door mee
te liften op het succes van Karlsruhe kan Heilbronn relatief eenvoudig
het O.V. verbeteren. Het binnenstadstraject vormt echter een stap verder,
namelijk de ontwikkeling van een eigen regionaal netwerk.

Kaart &
Foto (ed.) (C) Light
Rail Atlas, Amsterdam 1999
CITAAT
uit onze Duitse bron:
Grundlagen
Nur mit einem attraktiven schienengebundenen ÖPNV können Verkehrsprobleme
der Zukunft bewältigt werden. Stadt und Landkreis Heilbronn haben daher
1993 das ÖPNV-Leitbild verabschiedet. Dieses Leitbild sieht den Aufbau
eines Stadtbahnsystemes nach Karlsruher Modell in verschiedenen Stufen
vor. Herzst ck des Stadtbahnsystemes ist die Innenstadtdurchquerung
von Heilbronn.
Mittelfristige Ziele Aus Richtung Karlsruhe ist die Stadtbahn am 01.06.1997
bis Eppingen verlängert worden. Der weitere Ausbau auf der West-Ost-Achse
vollzieht sich in drei Stufen.
Eppingen - Heilbronn Hauptbahnhof
Heilbronn Hauptbahnhof
- Heilbronn Harmonie
Heilbronn Harmonie
- Öhringen
Seit
dem 26.09.1999 verkehrt die Stadtbahn aus Richtung Eppingen bis zum
Heilbronner Hauptbahnhof. Der Fahrplan ist gegenüber dem bisherigen
Angebot auf der Schiene wesentlich verdichtet worden. Das Bussystem
im Elsenz- und Leintal ist unter Berücksichtigung des Schülerverkehrs
auf das Stadtbahnsystem ausgerichtet worden. Die Innenstadt von Heilbronn
(Harmonie) soll Anfang 2001 erreicht werden.

Foto (ed.)
(C) Light
Rail Atlas, Amsterdam 1999

Foto: (C)
Light
Rail Atlas, situatie 10 december 1999
In
de binnenstad van Heilbronn wordt al druk gewerkt. Een deel van de tramrails
tussen station en binnenstad is al gelegd. Ook wordt gewerkt aan de
herinrichting van de openbare ruimte. De maquette toont de nieuwe situatie
op het voorplein van het station. De foto's geven een indruk van de
stand van zaken medio december 1999. Een deel van de tramrails in de
binnenstad is al gelegd. Lijn S4 uit Karlsruhe gaat in het najaar 2001
van het station de stad inrijden.

LAATSTE
NIEUWS: Die umsteigefreie, flotte Verbindung aus der Region direkt
in das Herz Heilbronns: Die Stadtbahn fährt im Umland als Eisenbahn,
durch das Heilbronner Zentrum als Straßenbahn. Mit dem 845-Millionen-Projekt
wird der öffentliche Personennahverkehr zur besseren Alternative
für 35 000 Einpendler, die tagtäglich an ihren Heilbronner
Arbeitsplatz fahren. Auch das große Einkaufszentrum Heilbronn
wird mit der Stadtbahn schneller, bequemer, staufrei und ohne jede Parkplatzsuche
erreichbar sein.
Als erste von insgesamt sieben Linien wird zur Zeit die Strecke (Baden-Baden-Karlsruhe-)
Eppingen-Heilbronn-Öhringen gebaut. Der erste Abschnitt von Eppingen
bis Heilbronn Hauptbahnhof ist seit dem 26. September 1999 in Betrieb,
ab dem 21. Juli 2001 wird man bis in die Innenstadt und im Jahr 2003
bis nach Öhringen fahren können.
Voorbeeld
3:
Zwickau

Vanaf eind 1999 rijden in het oostelijk deel van Duitsland gelegen
Zwickau tram (GT6M, AEG; KT4D, CKD TRAKCE) en trein (RegioSprinter,
DUEWAG) samen over een nieuw tracé in de binnenstad. Zo worden twee
werelden verenigd: namelijk die van de tram-gebaseerde Light Rail
en die van de lichte spoorwegen, ook wel aangeduid als Light Railways.
De RegioSprinters van de Vogtlandbaan (regionaal netwerk op spoor
van DB) zijn te gast op het stadstramnet. De RegioSprinters zijn
daarom aangepast aan de eisen die in Duistland aan trams gesteld
worden, de zogenaamde 'BOStrab-Einrichtungen'.

Zwickau,
centrum; voor de betekenis van de kleuren zie de uitgebreide
Legenda!
Net
als in Maastricht ligt het hoofdstation van Zwickau ligt excentrisch
ten opzichte van het centrum (C). De Vogtlandbaan rijdt via een
nieuwe route om de zuidkant van de stad over een nieuw tracé
naar het noorden, dat wil zeggen naar het centrum. Dit laatste deel
vormt een corridor waar ook de stadstram rijdt op zijn eveneens
nieuwe route in zuidelijke richting.
De corridor bestaat uit twee sporen in de middenberm van de weg.
Elk spoor is drierailig uitgevoerd in verband met de verschillende
spoorbreedte van tram en trein.

Onze Duitse bron vat het project als volgt samen:
In
Zwickau wird gegenwärtig an der Erweiterung der Streckennetze der
Stadtbahn (Straßenbahn) bis zum Glück Auf-Center und der Vogtlandbahn
(Regionalbahn) bis ins Stadtzentrum gearbeitet. Eine Neuheit (wahrscheinlich
sogar Weltneuheit!) ist hierbei die Tatsache, dass die Regionalbahn
(Spurweite 1.435 mm) und die Straßenbahn (Spurweite 1.000 mm) gemeinsam
auf einem Dreischienengleis nach den Bestimmungen der "Bau- und
Betriebsordnung Straßenbahn (BOStrab)" verkehren. Das bedeutet,
dass die Triebwagen der Vogtlandbahn zum Beispiel nach den Regeln
der Signal- und Sicherungstechnik BOStrab fahren und mit Blinker,
Rückspiegel und Bremsleuchten ausgerüstet sind. Das System wird
zur EXPO 2000 ausgestellt. Betriebsbeginn ist am 28. Mai 1999 für
die Regionalbahn bzw. im September 1999 für die Stadtbahn.
Bei den verwendeten Triebfahrzeugen handelt es sich um RegioSprinter
von Siemens/DUEWAG. Die Vogtlandbahn GmbH hat davon 18 St., wovon
15 ständig für den Betrieb gebraucht werden. Die 18 unterteilen
sich in VT31-38 von 1996 sowie VT41-50 von 1997. Die zweite Serie
besitzt zusätzlich eine Zulassung für den Stadtverkehr nach BO Strab.



De
RegioSprinter is een echt Light Rail-voertuig; dit voertuig bezit
veel eigenschappen van een moderne sneltram met lage vloer. Het
instappen gaat makkelijk en het interieur is overzichtelijk. Er
is zelfs plaats voor fietsen, en ook een toilet.

Links
LIGHTRAIL.NL
& Light Rail Atlas
Nederlandse
experts aan het werk.
Uitgebreide documentatie over diverse projecten en steden in Europa
en Amerika.
Lightrail.nl

Interview met Dieter Ludwig,
geestelijk vader van het Karlsruher duo-systeem, dat model staat voor
diverse tram-treintoepassingen, zoals in Maastricht.

http://www.saarbahn.de
Saarbahn, het nieuwe O.V.-bedrijf van Saarbrücken
