Voorbeelden
NET - Nottingham Express Transit De nieuwe tramlijn van Nottingham (UK) - Nottingham Express Transit lijn 1 - is 8 maart geopend (2004). Het heeft 16 jaar plannen en ruim drie jaar bouwen gekost om deze door Grenoble geïnspireerde tramlijn te realiseren. NET is een state-of-the-art tram-systeem, dat nu al succesvol is. De tram loopt van Hucknall, via Bulwell en Hyson Green naar het stadscentrum, en eindigt bij het station van Nottingham. Er is ook nog een zijlijn die naar Phoenix Park loopt (vlakbij de snelweg M1, afslag 26). NET is een geïntegreerd systeem. 16
beelden
Valencia Deze stad en zijn regio aan de oostkust van Spanje bezitten momenteel een eigentijds en doelmatig light rail-netwerk. Het huidige net is gebaseerd op het voormalige net van regionale tramlijnen, aangevuld met enkele stadstramlijnen.
De regionale lijnen zijn de laatste jaren gemoderniseerd. De zuidelijke lijn is eind jaren 80 via een tunnel onder de binnenstad kortgesloten met een vergelijkbare lijn uit het noorden (lijn 1, voorheen ook lijn 2). Er is een tweede noordelijke lijn opnieuw geactiveerd, en via een nieuw tracé, ondergronds de stad ingeleid (lijn 3); via ondermeer delen van lijn 1 wordt verder gereden in zuidelijke en zuidwestelijke richting. Meerdere lijnen zijn inmiddels, of worden nog aan het netwerk toegevoegd.
Het materiaal van de eerste generatie op deze regionale light rail-lijnen is gebaseerd op het materieel van in 1983 geopende sneltramlijnen in Nederland, namelijk tussen de oude Domstad Utrecht en de nieuwe satellietsteden Nieuwegein en IJsselstein. Het vergelijkbare materieel voor Valencia is gebouwd door CAF in Madrid.
In de stad zelf loopt sinds enige jaren een moderne stadstramlijn. Deze lijn 4 loopt voor een deel langs het tracé van een oude stadstramlijn. In 1999 is de lijn in westelijke richting verlengd (naar Burjassot).
Deze tramlijn is de eerste van zijn soort in Spanje. In buurland Frankrijk zijn dit soort nieuwe tramlijnen inmiddels een vertrouwde verschijning in de stad. De formule is ijzersterk: het openbaar vervoer wordt verbeterd door comfortabele lagevloertrams door de opnieuw ingerichte openbare ruimte van de binnenstad te leiden. Rome Sinds maart 1998 rijden er weer trams van ATAC (Azienda Trasporti di Rome) in het historische centrum van Rome. Een nieuwe lijn 8 verbindt het zuidwesten van de stad, via een deels nieuw traject langs Trastevere, met Largo di Torre. In 2001 zou de lijn verder door het centrum naar station Termini doorgetrokken moeten worden.
Lijn
8 vertegenwoordigt het eerste Light Rail-project in Italië dat
is gefinancierd op basis van de 'wet 211'.
Saarbrücken
Sinds eind oktober 1997 rijdt in Saarbrücken (Duitsland) weer een tram (de oude verdween in 1967). Door de binnenstad is een nieuw traject aangelegd, dat uiteindelijk eindigt in Brebach en vervolgens door het dal van de Saar verder gaat naar de Franse grensstad Sarreguemines (Saargemund). Dit tweede trajectdeel loopt vanaf de buitenkant van de stad echter op het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Zo is het mogelijk gebleken om betrekkeijk snel en goedkoop de eerste lijn te openen van een toekomstig regionaal netwerk, waarop trams (gebouwd door Bombardier) dienst doen die geschikt zijn om zowel op straat tussen het gewone verkeer te rijden, als op de spoorweg tussen de zware treinen van de DB.
Na
enkele kinderziektes draait het nieuwe bedrijf goed. Er is een substantiële
toename van het aantal reizigers. Met name het traject door de binnenstad
is buitengewoon succesvol. Dat komt zeker ook doordat daar de lijn de
ruggegraat vormt van het locale openbaar vervoer; de bussen dienen overwegend
als 'feeders' (vergelijkbaar met bijvoorbeeld de situatie in Strasbourg).
Het
nieuwe systeem van Saarbrücken is buitengewoon leerzaam voor vergelijkbare
situaties in Nederland, met name waar het gaat om gemeenschappelijk
gebruik van NS-hoofdspoor. Om er een paar te noemen: Den Haag - Leiden
- Alphen/Katwijk, Maastricht - Heerlen, Groningen - Assen en Haarlem
- Zandvoort. Het belang van Saarbrücken rechtvaardigt meer dan
nodig het volgende, zeer uitgebreide citaat van onze Duitse bron. Der
Betrieb in Saarbrücken startete im Oktober 1997. Die einstige Straßenbahn
(Meterspur) war bereits 1967 aufgelassen worden. Die Entscheidung, eine
Stadtbahn unter Mitbenutzung von DB-Strecken neu aufzubauen, wurde aufgrund
einer Untersuchung im Jahre 1991 getroffen. Vorbild dazu war das "Karlsruher
Modell".
Die
Errichtung des Saarbrückener Systems soll in mehreren Ausbauschritten
verwirklicht werden. Der jetzt in Betrieb befindliche Teil Saarbrücken-Sarreguemins
(Saargemünd in Frankreich) ist der südliche Teil einer Nord-Süd Durchmesserlinie.
Prinzipiell entspricht es dem Karlsruher Mischbetrieb (also Betrieb
nach EBO und BOStrab); dennoch sind einige Unterschiede zu verzeichnen:
In der Wahl des Radprofils war man ungebunden und entschloß sich naheliegender
Weise für das Profil C (EBO-Profil). Besondere Überlegungen zum Verkehren
auf DB-Strecken waren daher aus spurfürungstechnischer Sicht erst gar
nicht anzustellen.
Für
das EBO-Profil mit seinem breiten Spurkranz ist dies –auch in Kurven-
ausreichend breit. Für die Trassierung der BOStrab Strecke wurde zunächst
von den Fahrzeugmaßen des Stadtbahnwagens "Typ B" ausgegangen. Der Gleismittenabstand
beträgt 3050 mm, bei Mittelmasten für die Fahrleitung 3500 mm. Die zweigleisige
EBO-Strecke (Kursbuchnummer 684) führt über die deutsch-französische
Grenze nach Saargemünd. Der französische Bahnhof liegt ca. 1 km hinter
der Grenze, wobei dieser Abschnitt nur eingleisig ist. Das deutsche
Stromsystem reicht bis dorthin, wobei nur Gleis 1 über eine Fahrleitung
verfügt. Der weitere Verlauf der Strecke (auf französicher Seite) ist
nicht elektrifiziert. Der Betrieb auf diesem 1 km wird mit einer besonderen
Genehmigung der SNCF durchgeführt.
Die
Fahrzeuge für die Stadtbahn Saarbrücken wurden von Bombardier Eurorail
entwickelt und gebaut. Sie sind auf Grundlage des für Köln gebauten
K4000 entwickelt worden. Sie besitzen eine Zulassung für EBO-Strecken
gemäß den LNT Richtlinien. Die Rahmensteifigkeit der Fahrzeuge ist max.
600 kN; sie sind so freizügig im DB-Netz einsetzbar. Die Zuglänge bei
Doppeltraktion beträgt 74,94 m und nützt die zulässige Länge der BOStrab
von 75 m optimal aus.
Tokyo Kyuko Dentetsu Light Rail in Japan in de vorm van tram is van beperkte betekenis. Alleen Hiroshima heeft een wat groter stadstramnet. De oude 'interurbans' in Japan daarentegen zijn nog steeds belangrijk en in veel gevallen uitgegroeid tot belangrijke stedelijk-regionale spoorwegen.
Een
voorbeeld van zo'n stedelijk spoorwegstelsel is de 'Tokyo Kyuko Dentetsu',
letterlijk vertaald de 'Tokyo Electrische Express Spoorweg'. Kyuko Dentetsu
is een van de grotere private stadsspoorweg-maatschappijen in Japan.
Het netwerk in Tokyo omvat zeven spoorlijnen en een tramlijn (Setagaya-sen),
met een totale lengte van ruim 100 kilometer. Er worden 2.6 miljoen
passagiers per dag vervoerd.
Setagaya-sen In de westelijke buitenwijken van Tokyo loopt de Setagaya-tramlijn op een geheel eigen baan. De ruim vijf kilometer lange lijn was ooit geïntegreerd in het stadstramnet van Tokyo, maar heeft nu duidelijk Light Rail-karakteristieken. Nieuw materieel heeft sinds 2000 de oude groene trams vervangen. In dezelfde periode zijn alle perrons verhoogd, zodat een gelijkvloerse instap mogelijk is. De lijn is fysiek, maar ook qua tarief niet geïntegreerd in het systeem van Tokyo. Van de tram maken per dag 53.000 passagiers gebruik (2000).
Een privé bedrijf zoals Tokyo Kyuko Dentetsu kan niet rekenen op subsidie en probeert daarom behalve uit vervoer ook uit andere activiteiten opbrengsten te genereren. Dat is de reden dat door dit soort bedrijven actief 'grondpolitiek' wordt gevoerd. Met name rond stations en vervoersknooppunten wordt vastgoed ontwikkeld. Het mes snijdt zo aan twee kanten: het uitbaten van vastgoed, met name in de vorm van voorzieningen, levert geld op, maar trekt ook extra klanten aan om te vervoeren.
Een paar plaatjes laten de oude Setagaya-trams aan het werk zien. Wagens 75 en 76 staan aan het eindpunt van het Sangenjaya station. "Schiet op!", schreeuwt een meisje, maar de bestuurder van wagen 75 met zijn witte handschoenen is nog steeds bezig. Deze groene wagens, representatief voor het klassieke tramtype in Japan, zijn rond 2000-2001 vervangen. Sobu-Nagareyama Dentetsu K.K. Behalve het netwerk van de Kyuko Dentetsu bestaan in de regio van Tokyo nog veel meer spoorlijnen met tramhistorie. Een voorbeeld is de Sobu-Nagareyama Dentetsu K.K. aan de oostelijke rand van de Tokyose metropool. Ooit was dit een smalspoor stoomtrein, die uiteindelijk werd omgezet in een elektrische, landelijke tramlijn. Nu is de lijn (12.8 km.) een integraal onderdeel van Tokyo's regionale spoorwegnet.
De foto's tonen tweedehands treinen van de Seibu 'interurban'. Manuel López van Light Rail Atlas vraagt zich af of er iemand van dit stille Light Rail-systeem gebruik wil maken. Arakawa (Tokyo)
De stad Tokyo bezit slechts één tramlijn. Deze 'Arakawa'-lijn wordt geëxploiteerd door het gemeentelijk vervoerbedrijf, Tokyo-to Kotsu-kyoku, kortweg 'Toei'. Een deel van de tramvloot bestaat uit in 1977 gemoderniseerde exemplaren. Wagen 7031 is daarvan een voorbeeld, hier op straat aan het werk te zien, gade geslagen door honderden vogels.
De gemeentelijke tramlijn is ruim 12 kilometer lang en ligt op eigen baan, maar heeft ook nog veel straattrajecten. Alle perrons zijn hoog. Ooit bezat Tokyo een uitgebreid tramnet, maar in 1967 werd besloten om de metro-bouw te versnellen en de tram op te heffen of te integreren in nieuwe metro- en voorstadstrajecten. In de jaren 80 zijn nieuwe trams van de Japanse firma Alna Koki op de Arakawa-lijn in dienst gesteld.
De afbeeldingen bieden impressies van de oostelijk eindpunt-situatie. Wagen 7505 maakt vaart, wanneer 7005 uitrust in het eindpunt-gebouw. De andere twee foto's laten wagen 7031 aan het werk zien op het eerste straattraject.
Tokyo Metro Enoden
Aan de zuidkant van de stedelijke regio Tokyo-Yokohama, op ruim 50 kilometer afstand van de stad Tokyo, verbindt de Enoden Light Rail-lijn de plaatsen Kamakura en Fujisawa met elkaar. Halfweg loopt de Enoden door de hoofdstraat van Enoshima. Mede hierdoor staat deze lichte spoorweg in Japan bekend als tramlijn. De stad Kamakura aan de oostkant van de Enoden-lijn is bekend van het Grote Boedha Beeld, op enkele minuten lopen gelegen van de vijfde halte in Kamakura (zie kaart). In Fujisawa begint de lijn op het dak van Enoden-warenhuis. Fujisawa is via Yokohama aangesloten op het regionale treinsysteem van Tokyo. Vanaf Enoshima loopt tevens een monorail naat het station van Ofuna.
Enoden loopt voor een groot deel langs de kust, met prachtig uitzicht op de oceaan. In de verte ligt het schiereiland Miura. De lijn is enkelsporig, heeft overal hoge perrons en wordt geëxploiteerd met relatief zwaar materieel in verschillende uitvoeringen, zowel qua type, vorm en kleurstelling, als qua bouwjaar (1927-1997). Zwickau
Het hoofdstation van Zwickau (S) ligt excentrisch ten opzichte van het
centrum (C). De Vogtlandbaan rijdt via een nieuwe route om de zuidkant
van de stad over een nieuw tracé naar het noorden, dat wil zeggen
naar het centrum. Dit laatste deel vormt een corridor waar ook de stadstram
rijdt op zijn eveneens nieuwe route in zuidelijke richting.
Salt Lake City Het
systeem van Salt Lake City is al kort na de opening vergroot. Een tak
van de hoofdlijn -
van Union Pacific naar de universiteit - is in december 2001 geopend. De
universiteitslijn heeft gedurende de Olympische Spelen een belangrijke
rol gespeeld in het openbaar vervoer van Salt Lake City voor het Dorp
en andere voorzieningen van de Spelen.
De
'Utah Transit Authority (UTA)' heeft eind jaren 90 een 24 kilometer
lange Light Rail-verbinding gerealiseerd van Salt Lake City's binnenstad
via een corridor langs de autosnelweg 'I-15' naar de buitenwijken in
het zuiden (Sandy). Deze eerste lijn is geopend op 6 december 1999.
De eerste drie kilometer is de lijn aangelegd als tram in de straat,
daarna wordt een oud spoorwegtracé gebruikt. Het
project van de eerste lijn heeft onderdeel uitgemaakt van een totaal-verbeteringspakket
van de 'Interstate 15'-corridor. Kaart: UTA Terugblik op de aanleg...
Light
Rail Atlas heeft gedurende de zomer van 1998 de aanlegwerkzaamheden
bekeken. Bijvoorbeeld de 'Mainstreet'-sectie, inclusief de perrons en
rolstolhelling, en...
...bovendien kennis genomen van het einde van het straattraject, vlak voor het begin van het tracé van de voormalige 'Union Pacific'-spoorweg.
Kiev
Met
veel trambedrijven in de voormalige Sovjet-Unie gaat het niet goed.
Er is doorgaans weinig tot geen geld beschikbaar voor onderhoud en nieuwe
investeringen. In veel steden beconcurreren bustaxi's de tramlijnen.
Zo wordt in Kiev bijna elke tramlijn parallel vergezeld door een private
bustaxi-dienst. Toen in 2001 de directeur van het OV-bedrijf in Vladivostok
aan eenzelfde praktijk een eind wilde maken, is zij prompt door de plaatselijke
mafia-uitbater van de taxidienst vermoord.
Kiev in de Oekraïne bezit een uitgebreid tramnet, stammend uit 1892. Sinds 1979 heeft Kiev echter ook een bescheiden sneltramnet, dat ondanks zijn weinig geavanceerd uiterlijk toch het predikaat Light Rail verdient. De trams van het type T3, gebouwd in Praag, rijden zowel op het stadsnet, als op de Light Rail-lijnen. Voor het gewone publiek maakt het allemaal niet zoveel uit. Zij wachten gewoon op de (volgende) tram.
De gemeente zelf zegt het volgende: There
is a complicated system of city transportation functioning in Kyiv [Kiev,
volgens de officiële spelling; LRA]. The transportation of passengers
in the city is done by subway, tramways, trolley-buses and buses as
well as by automobiles. In 1991-1996 special attention was paid to the
development of such kinds of transport as subway and high-speed tramway
[Light Rail; LRA].
Tussen 1967 en 1978 is een light rail-systeem gebouwd. Het vormt een uitbreiding van het bestaande stadsnetwerk in westelijke en zuidwestelijke richting en verbindt een groot nieuwbouwgebied met het centrum van de stad. Het wordt geëxploiteerd met drie lijnen. Lijn 1 (geopend in 1980) begint midden in het centrum (Palats Sportu) en deelt de eerste drie kilometer met enkele conventionele tramlijnen. Aan de rand van het centrum (Pl. Peremogy) begint het eigenlijke Light Rail-traject. Daar is ook de terminus van de versterkingslijn 1K en lijn 3 (geopend in 1979).
Het Light rail-systeem heeft een fysieke lengte van circa 14 kilometer dubbelspoor op volledig vrije baan (het totale tramnet heeft een (dubbelsporige) omvang van circa 120 km., situatie 1994). Aan de buitenzijde van het stedelijk gebied splitst de lijn zich in twee takken; lijn 3 rijdt vanaf daar een kilometer rechtdoor, terwijl lijn 1 enkele kilomers in zuidelijke richting rijdt. Een kilometer voor het eindpunt van deze laatste lijn ligt een aftakking naar een remise.
Op
de spitsing van het systeem passeert zo juist een tramtrein bestaande
uit drie Tatra T3's van lijn 3 op weg naar Kil'tseva Doroga.
Terug naar de top van deze pagina.
|
|
Meer voorbeelden
|