In
1994 is in Strasbourg (Straatsburg) een stadstrambedrijf
geopend (in hetzelfde jaar ook in Rouen). De eerste lijn (A) van
dit bedrijf verbindt Hautpierre in het noordwesten via het station
(met tunnel van 1.2 km.) en het stadscentrum met Rond Point Bagersee,
en iets later ook met de zuidelijker gelegen gemeente Illkirch.
De tram blijkt een groot succes, niettemin is er jarenlang over
gediscussieerd; aanvankelijk twijfelde men tussen een VAL en een
tram. De VAL is qua aanleg echter veel duurder, terwijl in de praktijk
de exploitatiekosten niet echt laag uitvallen, zoals de praktijk
van Lille heeft geleerd. In 1990 valt de definitieve beslissing
als de nieuwe socialistische burgemeester Catherine Trautmann aan
de macht komt. Zonder deze 'sterke vrouw' Trautmann zou het project
waarschijnlijk niet zijn uitgevoerd.
Het vervoer is dusdanig groot geworden dat op het centrale deel
van het traject een versterkingslijn (D) is geopend in het centrum
tussen Rotonde en Etoille.
In
september 2000 zijn twee nieuwe lijnen geopend. Lijn B loopt van
Elsan in het zuidwesten via het centrum (Place Klébet; kruising
lijn A/D) naar Hoenheim in het uiterste noorden van de stad. Lijn
C begint ook in Elsan, maar verlaat het nieuwe traject ten noordoosten
van het centrum om vervolgens in oostelijke richting zijn weg te
vervolgen naar het eindpunt Av. de Gaulle.
Momenteel (2004 wordt gewerkt aan de verdere uitbouw het stadsnet.
Foto:
(C) Light
Rail Atlas, Rob van der Bijl,
Strasbourg, situatie binnenstad, 11 december 1999
Behalve
qua vervoersprestatie zijn de tramlijnen ook een succes wat betreft
de inrichting van de stedelijke openbare ruimte. De oude stadsbussen
en een groot deel van het particuliere autoverkeer zijn uit het
centrum verdwenen.
Daarvoor in de plaats is voetgangersdomein gekomen dat - zoals eigenlijk
gebruikelijk in Frankrijk - op zeer fraaie wijze is ingericht en
vormgegeven. In deze ruimte is de tram te gast. Buiten het centrum
beschikt de tram over een vrije baan die tussen de sporen over het
algemeen is opgevuld met gras.
Foto:
(C) Light
Rail Atlas, situatie station, 11 december 1999
Een
ander succes is het trammaterieel, aangeduid als het type 'Eurotram',
aanvankelijk gebouwd door de Italiaanse firma Socimi, maar toen
deze failliet was gegaan door ABB Traction in Engeland. De trams
zijn opvallend vormgegeven door de Belg Ph. Neerman.
Het materieel van de eerste serie is duur (4.7 miljoen gulden);
elke tram bestaat uit zeven delen, te weten twee koppen (met motordraaistellen),
drie grote cabines en twee kleine tussenstukken (waaronder loopdraaistellen).
Een deel van de tweede serie is langer (totale lengte bedraagt 43
meter!), door de plaatsing van een extra cabine en tussenstuk.
De trams zijn alle onder gebracht in remise Cronenbourg, dat tot
1960 plaats heeft geboden aan de trams van het voormalige bedrijf.
Doumentatie:
CTS
Logistiek
is het onvermijdelijk gebleken een tramtunnel met halte onder het
station aan te leggen. Deze ondergrondse
oplossing is goed gelukt. Jammer genoeg zijn er geen directe verbindingen
gelegd tussen tramperrons en treinperrons daarboven.
Vervoerstechnisch is er een snelle kortsluiting ontstaan tussen
twee stadsdelen, terwijl de vormgeving en de inrichting van het
station overeenstemmen met de algehele kwaliteit van materieel en
baan.
Met TramTrains de regio in
Behalve
stadsuitbreidingen worden momenteel ook mogelijkheden onderzocht
hoe de tram de regio in kan worden getrokken. Dat duurt nog enkele
jaren duren (planning 2007/2008). Het voornemen is is om lijn B
(komend uit Hoenheim in het noorden) via een oude posttramtunnel
op het emplacement van het centraal station te koppelen aan de spoorlijn
naar Molsheim, 20 kilometer ten zuidwesten van de stad. Vanaf Molsheim
zijn in principe verlengingen mogelijk naar Gresswiller in het westen
(6 km.), of Obernai in het zuiden (8 km.), beide eveneens over bestaand
hoofdspoor.
Net als voor de Parijse en andere regio's hebben de spoorwegen (SNCF)
reeds een optie genomen op TramTrainmaterieel voor het project
in de regio van Strasbourg (Bas-Rhin), en overigens ook voor een
vergelijkbaar project in de regio van Mulhouse (Haut-Rhin). Zo lijkt
het onvermijdelijk dat ook steden als Strasbourg niet zonder de
SNCF een TramTrainproject van de grond zulen krijgen.
Onze Franse bron stelt het volgende:
Le concept : faire rouler depuis Strasbourg des rames de tramway
qui seraient aiguillées sur le réseau SNCF ; sur la voie ferrée
existant jusqu'à Molsheim, voire jusqu'à Obernai ou Gresswiller.
Le tram de la ligne B pourrait en effet être relié à la voie ferrée
SNCF à proximité de la gare de Strasbourg si on construisait 300
m de voies tram de plus. On peut envisager le lien gare SNCF/ligne
B par le tunnel de la Poste (à droite de la gare) la place de la
Gare, la rue du Maire Kuss ou par le Faubourg de Saverne, la ligne
B étant jointe rue du Vieux-Marché-aux-Vins.
On prévoit d'électrifier la voie ferrée Strasbourg-Molsheim (c'est
évidemment indispensable pour le véhicule électrique qu'est le tram
strasbourgeois). Par-delà le fait de relier « en direct » Molsheim,
Obernai, Gresswiller peut-être, et toutes les communes jusqu'à Strasbourg,
un gros argument en faveur de ce TramTrain est la desserte privilégiée
de l'aéroport d'Entzheim, juste devant lequel passe la voie ferrée.
Tout cela est à l'étude. L'Etat va financer la moitié de ces recherches
; l'autre moitié va être payée par les trois partenaires concernés
(chacun versera un tiers) : la Région (responsable du ferroviaire
régional), le Département (compétent en transport interurbain) et
la CUS (qui se charge du transport urbain dans son secteur). Prix
total des études : 1,2 MF.
La définition même de ce TramTrain, les compétences que ce projet
engage, montrent que les trois partenaires doivent travailler ensemble
et relever chacun des défis pour qu'il se réalise. Un syndicat mixte
Département-Région-CUS, qui sera chargé de collecter les fonds,
et qui sera l'autorité organisatrice, se profile. De même que d'ici
la fin de l'année va se mettre en place une structure commune SNCF-CTS,
une société d'intermodalité du bassin strasbourgeois. Quant à la
réalisation elle-même, elle est estimée à 600 MF, matériel roulant
non compris.
Foto:
(C) Light Rail Atlas/Rob vander Bijl
Strasbourg (Hoenheim), 8 juli 2002
In
Hoenheim (het noordelijk eindpunt van lijn B) is ondertussen een
doelmatige overstapvoorziening gebouwd tussen auto, trein, bus en
tram. Dit nieuwe multimodale knooppunt biedt een uitstekende functionele
koppeling tussen regionale en stedelijke verbindingen. Het is tegelijkertijd
ook een belangrijk transferium, uitgevoerd als architectonisch hoogstandje
van de wereldberoemde architecte Zaha Hadid.
Le
Terminal Nord de Hoenheim est un ensemble architectural qui intègre
toutes les fonctions d'une station multimodale.
Une station
de Tram multimodale : lieu d'échanges entre différents moyens de
déplacements: Tram, bus, vélos, piétons, autos... et train en 2001.
Les équipements
associés : point service, garage à vélos, espace d'attente...
Deux parkings
de plain-pied : un parking P+R de 400 places, avec tarif forfaitaire
unique pour chaque voiture et tous ses occupants ; et un parking
horaire classique de 300 places, destiné à devenir dans le futur
un parking P+R.