Bordeaux bouwt tramnet voor de stad
van morgen
"Met de strategische keuze voor de tram stapt de agglomeratie
van Bordeaux zelfverzekerd de 21e eeuw binnen. De visie en de daadkracht
van de bestuurders van Bordeaux kunnen ten voorbeeld worden gesteld
aan allen die de kwaliteit van het leven in de stad metterdaad willen
verbeteren."
Door:
Eduard de Jong
Deze
tekst geeft een goede indruk over de planvorming in Bordeaux gedurende
de periode 1995-2002.
De helft van de openbare ruimte is bestemd voor voetgangers en fietsers
Bordeaux betaalt 85 procent van de kosten uit de Versement Transport
Op 8,5 kilometer van het tramnet komt ondergrondse stroomtoevoer
Bijna alle woningen, kantoren en winkels liggen binnen 300 meter van
een tramhalte
Deze tekst verscheen eerder in:
OV MAGAZINE.
Redactie internet-versie: Light Rail Atlas
Alle foto's: (C) CUB/RVDB/LRA, 2002-2004
Talence, avenue Roul, ontworpen situatie (inmiddels
gerealiseerd)
volledige
tekst:
Bordeaux
bouwt tramnet voor de stad van morgen
door Eduard de Jong
Voortbordurend
op het bewezen succes van de tram in diverse Franse steden is Bordeaux
begonnen met de aanleg van een tramnet bestaande uit 3 tramlijnen met
een totale lengte van 44 kilometer. De komst van de tram zal het centrum
van de stad volledig van gedaante doen veranderen: alle pleinen, straten
en kades in de binnenstad gaan op de schop. Onder regie van stedenbouwkundigen,
landschapsarchitecten en industrieel vormgevers wordt een metamorfose
tot stand gebracht die Bordeaux in de vorige eeuw nog niet eerder heeft
doorgemaakt.
Grote
stad
Bordeaux
is een vrij grote stad in het zuidwesten van Frankrijk. Het is de grootste
gemeente van de Communauté Urbaine de Bordeaux (CUB), die uit
27 gemeenten bestaat. De agglomeratie telt 670.000 inwoners, waarvan
ongeveer eenderde in de stad Bordeaux. Door de jaren heen is Bordeaux
geleid door een conservatief stadsbestuur onder leiding van burgemeester
Jacques Chaban-Delmas. Het aandeel van de auto kon in die jaren ongebreideld
groeien: alleen al tussen 1980 en 1990 nam het aantal auto's in Bordeaux
met 45 procent toe. Het aandeel van het openbaar vervoer in de verplaatsingen
liep snel terug. Tussen 1954 en 1958 werden de laatste tramlijnen opgeheven.
Eind jaren tachtig werd voor 65 procent van de verplaatsingen de auto
gebruikt, terwijl het aandeel van de bus bleef steken op 9 procent.
Het toenemend aantal auto's en ongevallen, het nijpende tekort aan leefruimte,
de toename van de luchtverontreiniging en het lawaai noopten tot ingrijpen.
Dat kon in het Franse bestuursstelsel pas gebeuren na verkiezing van
een nieuwe burgemeester. In 1995 werd Alain Juppé tot eerste
burger van Bordeaux gekozen. Hij startte vrijwel onmiddellijk een diepgaand
onderzoek naar de verplaatsingen binnen de agglomeratie. Nog geen jaar
later nam de CUB het besluit om een tramnet aan te leggen en het bestaande
busnet te herstructureren.
Aanvankelijk werd gedacht aan de aanleg van een metro. Maar mede dankzij
de inspanningen van de bevolking werd duidelijk dat een metrosysteem
in een uitgestrekt gebied met instabiele ondergrond moeizaam zou worden.
Voor een aanleg van groot stedelijk net, te verwezenlijken in korte
tijd en tegen redelijke kosten, bleek de tram de beste oplossing. In
de loop van 1997 en 1998 vonden tientallen inspraakbijeenkomsten plaats
in de gemeenten van de CUB.
Eind 1998 stelde de regio de tracés van 3 tramlijnen vast. Daarna
volgde een twee maanden durend openbaar onderzoek in alle 27 gemeenten
van de CUB naar nut en noodzaak van het voorgenomen tramnet. Op 26 januari
2000 tekende de prefect van het Département Gironde de vereiste
Déclaration d'Utilité Public. Een maand later begon op
6 plaatsen tegelijk de aanleg van de tramlijnen. Medio oktober 2000
konden de eerste rails worden gelegd. Bij de gemeenteraadsverkiezingen
in maart 2001 werd de zittende burgemeester Alain Juppé met een
kleine meerderheid van 51 procent al in de eerste ronde herkozen.
Bordeaux,
avenue Thiers, situatie 2000
Gedaanteverwisseling
De
aanleg van een tramnet heeft beduidend meer gevolgen dan enkel de introductie
van een nieuw vervoermiddel in de stad. De inpassing van de tram in
de stedelijke omgeving wordt voorbereid door landschapsarchitecten en
industrieel vormgevers. Het haltemeubilair past perfect in de stedelijke
omgeving. De openbare ruimte wordt opnieuw ingedeeld ten gunste van
voetgangers en fietsers. Vijftig procent is bestemd voor deze twee 'zachte'
verkeersdeelnemers. Op straat worden 2400 parkeerplaatsen opgeheven
en vervangen door vier ondergrondse parkeergarages in het centrum.
Voor alle pleinen waar een tramlijn passeert zijn prijsvragen uitgeschreven
om de stad een nieuw gezicht te geven. De linker kadeoevers langs de
Garonne worden over een afstand van 4,5 kilometer herschapen in groene
ruimtes en wandelpromenades met een comfortabele breedte van 19 meter,
de oude loodsen langs de rivier worden gesloopt of krijgen een nieuwe
bestemming.
De stad legt nieuwe fietspaden aan, deels door smalle straten in het
centrum die voor het autoverkeer zijn afgesloten. Ter aanmoediging heeft
het stadsbestuur 2000 fietsen gratis ter beschikking gesteld om inwoners
van Bordeaux alvast te laten wennen aan een andere manier van verplaatsen.
Voorts rijden in het stadshart elektrisch aangedreven minibussen.
Bordeaux,
avenue Thiers,
ontworpen situatie (inmiddels gerealiseerd)
Economische
effecten
De
tracés van de trams zijn zo vastgesteld dat zoveel mogelijk van
de publiektrekkende functies en instellingen binnen loopafstand van
een tramhalte liggen. In het stadshart van Bordeaux bevindt zich 94
procent van de woningen, kantoren en winkels op een afstand van minder
dan 300 meter van een tramhalte. De tracévoering in de agglomeratie
is zo gekozen dat de meeste publieksfuncties binnen een halteafstand
van 500 meter zijn te bereiken. Aan deze norm voldoet 65 procent van
de scholen en universitaire instellingen, 54 procent van de ziekenhuizen
en gezondheidscentra, 50 procent van de bedrijven en 37 procent van
de woningen.
Door de Kamer van Koophandel is onderzoek gedaan naar de aantrekkelijkheid
van de tramcorridor voor de vestiging van bedrijven. Gebleken is dat
de populariteit van de tramcorridor in het afgelopen jaar licht is toegenomen
(met 1,8 procent) ten opzichte van de aantrekkelijkheid van de agglomeratie
als geheel (toename met 1,3 procent). In het bijzonder hebben de detailhandel
(exclusief voeding), de financiële dienstverlening (inclusief makelaars
en verzekeraars) en de horeca zich gevestigd binnen de tramcorridor.
Talence,
avenue Roul, situatie 2000
Aanleg
De
aanleg van het tramnet is gestart in februari 2000 en zal tot de oplevering
van fase twee zeven jaar duren. Vijftienhonderd mensen zijn gedurende
deze periode werkzaam bij de aanleg. Er wordt gewerkt vanuit de voorsteden
naar de oude binnenstad van Bordeaux toe. De werkzaamheden in de voorsteden
Lormont en Cenon in het noordoosten en Pessac in het zuidwesten zijn
in het najaar van 2001 vrijwel afgerond. Langs de Route Nationale 10
zijn drie tramviaducten gebouwd: een spectaculair karwei in verband
met het hoogteverschil ter plaatse. Tussen Cenon en Lormont is een ondergrondse
passage voor de RN 10 aangelegd in verband met de bouw van het tramtracé.
In het voorjaar van 2002 zullen de werkzaamheden in Talence en Bordeaux
van start gaan. Na de versteviging van de pijlers van de Pont de Pierre
begint de aanleg van de trambaan op deze monumentale brug. Als de ondergrondse
parkeergarages op de linker Garonne-oever zijn voltooid start in 2002
de aanleg van tramlijn C, waarvan het tracé over het dak van
een parkeergarage voert. In de zomer van 2002 gaat het bestuurlijk en
zakencentrum Mériadeck op de schop. Vanaf het voorjaar 2002 tot
en met de zomer van 2003 staat het hele centrum van de stad in het teken
van de bouw van de drie tramtrajecten.
Talence,
avenue Roul,ontworpen
situatie (inmiddels gerealiseerd)
Lijnennet
Het
tramnet wordt in twee fasen aangelegd. Het lijnennet in de eerste fase
is opgebouwd uit drie lijnen, die alle het centrum van de stad Bordeaux
bedienen. Het stadscentrum wordt door lijn A verbonden met de rechteroever
van de Garonne en met de voorsteden Lormont en Cenon. Lijn B verbindt
het centrum met de voorsteden Talence (waar de universiteit en de campus
zijn gehuisvest) en Pessac. De relatief korte lijn C verbindt het SNCF-hoofdstation
St-Jean met de binnenstad en biedt daar een overstap op de lijnen A
en B. De eerste fase van het net, met een totale lengte van 24,5 kilometer
en 53 haltes, wordt in het najaar van 2003 in gebruik genomen. In de
tweede fase, die loopt tot 2007, zullen de drie lijnen vanuit het stadscentrum
worden doorgetrokken naar de voorsteden Mérignac, Bruges en Le
Bouscat. De totale lengte van het net zal dan 43,7 kilometer zijn, het
aantal haltes 84.
In de voorsteden komen langs het tracé 14 bewaakte parkeerterreinen
met fietsenstalling. Het parkeerkaartje is uiteraard geldig op de tram,
overigens ook op de bus. Overstappen op het streekvervoer kan op drie
busstations in combinatie met een tramhalte. De stedelijke buslijnen
worden gereorganiseerd tot aanvoerlijnen op het tramnet. De bestaande
ringspoorlijn wordt opgewaardeerd en er komen vijf overstapstations
voor tram op trein.
Materieel
Voor
het ontwerp van de tram is een prijsvraag uitgeschreven. Het winnend
consortium van industrieel ontwerpers tekent voor het interieur en het
exterieur van de tram. Het design is exclusief voor Bordeaux. De tram
moet passen in de stedelijke omgeving waar de tram doorheen rijdt. De
kop van de tram krijgt een vriendelijke uitstraling: vloeiende en ononderbroken
lijnen, grote ramen, een kleurstelling van blauw en roestvrij staal.
De tram roept het gevoel op van comfort: volledige airconditioning,
lage vloer over de volle lengte, gemakkelijke gelijkvloerse instap.
Nadat het ontwerp van de tram gereed was, is van de eerste twee wagenbakken
van de tram een model op ware grootte gemaakt die binnen alle gemeenten
van de agglomeratie is geëxposeerd. Zo hebben de bewoners de stoelen
van de tram al kunnen testen.
Alstom bouwt de tram, type Citadis, in een korte en een lange versie.
Zes korte trams van 32,8 meter zijn bestemd voor de korte lijn C. De
lange versie (43,9 meter) gaat rijden op de lijnen A en B. Voor de eerste
fase worden 32 lange trams gebouwd. De tweerichtingtrams zijn 2,40 meter
breed, hebben aan weerszijden 8 deuren (in de korte versie 6), een capaciteit
van 300 reizigers (korte versie: 218), waarvan 76 zitplaatsen (in de
korte versie 52). Buiten de spitsuren kan ook de fiets met de tram mee.
Voor de veiligheid zijn de trams uitgerust met videobewaking. De eerste
Citadis zal volgend jaar zomer worden afgeleverd. De exploitatie start
in het najaar van 2003.
Voor de uitbreiding van het tramnet tot 43,7 kilometer in fase 2 (gereed
in 2007) zijn nog eens 32 trams nodig, waarmee het totale aantal trams
dan op 70 stuks komt.
Voor het onderhoud en de stalling van het materieel bouwt Bordeaux een
werkplaats/remise in de wijk La Bastide op de rechteroever van de Garonne.
Daar zullen ook de centrale verkeersleiding en de directie exploitatie
worden gehuisvest. Het complex komt in het derde kwartaal van 2002 in
bedrijf.
Exploitatie
De
drie lijnen zullen in de spitsuren met een frequentie van 4 minuten
gaan rijden, buiten de spits is de frequentie 8 minuten. Tijdens de
spitsuren vervoeren de trams op de lijnen A en B naar verwachting 3000
reizigers per uur per richting. Op lijn C zijn dat 2000 reizigers. De
lijnen zijn 20 uur per dag in exploitatie: van 5 uur 's morgens tot
1 uur 's nachts. Op kruispunten en bij richtingveranderingen heeft de
tram voorrang op al het overige verkeer. De tram rijdt met een gemiddelde
snelheid van 21 km/uur, inclusief halteringen. De tramlijnen worden,
evenals het busnet en de parkeerterreinen, geëxploiteerd door Connex
Bordeaux.
Financiering
De
kosten van de aanleg van het tramnet bedragen ruim 1 miljard Euro. Hiervan
betaalt de CUB 65 procent uit de Versement Transport, een regionale
transportbelasting. De centrale regering verstrekt voor 15,5 procent
subsidie. Voor 19,5 procent sluit de agglomeratie leningen af, die worden
terugbetaald uit de opbrengsten van de Versement Transport. De leningen
zijn nodig om de tweede fase van het project te financieren. Voor de
eerste fase heeft de CUB al voldoende geld.
Stroomvoorziening
Maximale
aandacht wordt besteed aan de inpassing van de tram in de oude binnenstad
van Bordeaux. In het bijzonder het tracé van lijn A over de historische
Pont de Pierre, gebouwd onder het bewind van Napoléon III, is
met de grootste zorg omgeven. Een traditionele bovenleiding zou waardevolle
plaatsen in het stadscentrum kunnen ontsieren. Om aantasting van de
stedelijke omgeving te voorkomen zijn proeven genomen met een ondergrondse
stroomvoorziening. De stroomtoevoer geschiedt dan via een soort derde
rail, opgebouwd uit metaalsegmenten met een lengte van 8 meter die onderling
van elkaar zijn gescheiden door geïsoleerde stukken van 3 meter.
Elk segment van deze in het midden van het spoor aangebrachte 'rail'
kan contact maken met een ondergronds voedingssysteem. Een segment kan
echter pas contact maken met het voedingssysteem als het wordt geactiveerd
door een contact/voeler onder een passerende tram. Elke tram beschikt
over twee contacten, zodat ten hoogste twee opeenvolgende segmenten
van de derde rail onder spanning staan. Deze twee segmenten bevinden
zich dus altijd onder de tram. Er bestaat dan ook geen gevaar voor elektrocutie
van voorbijgangers.
Proeven met deze wijze van stroomtoevoer zijn genomen op een tramlijn
in Marseille. De CUB wil deze noviteit realiseren op 8,5 kilometer van
het tramnet. Voor de nieuwe techniek, die nog nergens ter wereld is
toegepast, zijn de meerkosten al in de projectbegroting opgenomen.
Uitgebreide veiligheidstests zullen moeten uitwijzen dat de ondergrondse
stroomtoevoer veilig is. Zowel de minister van Transport als de prefect
van het Département Gironde zullen de vereiste goedkeuring moeten
geven. Ondertussen doet de CUB vanwege de politieke gevoeligheid geen
enkele mededeling meer over de status van dit moment. Verwacht wordt
dat begin volgend jaar een beslissing zal vallen. (zoals bekend heeft
men inderdaad gekozen voor het gebruik van ondergrondse voeding; red.,
2004) Intussen zijn op historische plaatsen zekerheidshalve de funderingen
voor de bovenleidingsmasten al gestort.
Met de
strategische keuze voor de tram stapt de agglomeratie van Bordeaux zelfverzekerd
de 21e eeuw binnen. De visie en de daadkracht van de bestuurders van
Bordeaux kunnen ten voorbeeld worden gesteld aan allen die de kwaliteit
van het leven in de stad metterdaad willen verbeteren.