NIROV
STUDIEREIS SAARBRÜCKEN & KEULEN
LIGHT
RAIL MATERIEEL IN ZIJN CONTEXT
In
opdracht van gemeente Zoetermeer
(C) Light Rail Atlas / Rob van der
Bijl, november-december 2001
update:
071201
[menu] (of
lees eerst de introductie!)
Introductie
"Terwijl
RandstadRail nog steeds weinig meer is dan een stapel notas en
goede intenties, rijdt in het Duitse Saarbrücken sinds 1997 de
Saarbahn. Hét voorbeeld voor hoe het openbaar vervoer er na 2003
moet uitzien tussen Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer.
Een eerste kennismaking met een tram, die zich soms als trein gedraagt.
Ofwel: light rail. ...
De Saarbahn zit nu in haar vierde jaar, en alle prognoses worden overtroffen.
De stedelingen hebben hun nieuwe trams in het hart gesloten. De cijfers
spreken boekdelen: volgens een enquête uit 1999 is driekwart van
de stedelingen positief over de Saarbahn. En in de regio is dat zelfs
96 procent. "Een droomstart voor dit nieuwe, milieuvriendelijke
vervoermiddel", is de ronkende conclusie."
(Zoetermeersche Courant, 19 mei 2001)
De
studiereis vindt plaats in een deel van Europa dat sinds jaar en dag
al in het teken staat van Light Rail. Van oudsher bevinden zich hier
grote netwerken. Saarbrücken vormt een voorbeeld van een geheel nieuw
systeem. Aan de andere kant van de grens - in Frankrijk - gebeuren ook
allerlei interessante dingen op het gebied van hoogwaardig railvervoer
in stedelijke regio's. De verstedelijkte regio's in Duitsland en het
naburige Frankrijk zijn qua structuur en grootte heel goed vergelijkbaar
met regio's in Nederland zoals die van Haaglanden. Het vaak genoemde
voorbeeld van Karlsruhe is qua dichtheid echter een maatje kleiner.
Dat geldt zeker ook voor de regio van Saarbrücken.
Vele
steden en regio's in Duitsland
bezitten traditionele, niettemin doelmatige tramnetwerken. Constant
worden deze netwerken uitgebreid en vernieuwd; Light Rail is de facto
de standaard. Ook worden nieuwe systemen voorbereid, bijvoorbeeld in
Wiesbaden. Hier worden momenteel de plannen afgerond voor de introductie
van een geheel nieuw aan te leggen Light Rail-systeem, dat zal worden
gekoppeld aan het bestaande tramnet van Mainz (recentelijk is ook hier
- onvermijdelijk - politiek gemor)!
Iets verderop ligt
Kaiserslautern, een kleine stad (100.000 inwoners). Maar ook hier zal
een nieuw Light Rail-systeem verrijzen. De plannen zijn in een vergevorderd
stadium. De oude spoorlijn naar Otterbach en verder naar respectievelijk
Weilerbach (Bachbahn) en Lauterecken, ruim 30 kilometer van Kaiserslautern
verwijderd, krijgt een nieuw leven als Light Rail-verbinding. Deze spoorweg
zal in het nieuw te bouwen systeem worden geïntegreerd. Het ontwerp
van de nieuwe voertuigen is overigens afgeleid van de sneltrams in Saarbrücken.
Het
succes van de Light Rail van Karlsruhe mag bekend worden verondersteld.
Al sinds enkele jaren lopen vanaf deze stad een groot aantal lijnen
kilometerslang de regio in. Een voorbeeld hiervan is lijn S4 die vanaf
Baden-Baden over het spoor van de DB naar Karlsruhe rijdt om vervolgens
over tramsrails door de binnenstad verder - opnieuw over DB-trajecten
- naar de noordelijke zijde van de regio te gaan (totaal ruim 80 km.!).
Aanvankelijk kort eindigde S4 daar in Eppingen, maar sinds september
1999 werd het station van de stad Heilbronn het nieuwe eindpunt (inclusief
enkele nieuwe haltes).
In de zomer van 2001 is de Stadtbahn van station Heilbronn doorgetrokken
via een traject door de openbare ruimte van de binnenstad. Door mee
te liften op het succes van Karlsruhe kan Heilbronn relatief eenvoudig
het O.V. verbeteren. Het binnenstadstraject vormt de aanzet tot de ontwikkeling
van een eigen regionaal netwerk. Daartoe wordt onder andere de huidige
lijn vanaf het centrum in de nabije toekomst verlengd naar de voorstad
Ohringen.
DOCUMENTATIE:
(C) Light Rail Atlas, november-december 2001
De
documentatie voor deze NIROV-studiereis
is afgeleid van de website Light
Rail Atlas. Het materiaal verschijnt over enige tijd in gewijzigde
en geactualiseerde vorm op de Nederlandse versie van deze site.
Onderstaande
documentatie bestaat uit vier delen. Vanuit het volgende overzicht kunt
u direct naar het betreffende deel springen.
[terug
naar intro]
1.
Regio
Saarbrücken,
of terug naar: [intro] [menu]
Succes van een duo-systeem ('tram-trein')
De
hoofdstad van het Saarland is Saarbrücken (180.000 inwoners). Ze zeggen
hier niet Guten Tag, maar Salü, hetgeen de Franse invloed verraadt.
Sinds eind oktober 1997 rijdt in Saarbrücken weer een tram (de
oude verdween in 1967). Door de binnenstad is een nieuw traject aangelegd,
dat uiteindelijk eindigt in Brebach en vervolgens door het dal van de
Saar verder gaat naar de Franse grensstad Sarreguemines (Saargemund).
Dit tweede trajectdeel loopt vanaf de buitenkant van de stad echter
op het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Zo is het mogelijk gebleken
om betrekkeijk snel en goedkoop de eerste lijn te openen van een toekomstig
regionaal netwerk, waarop trams (gebouwd door Bombardier) dienst doen
die geschikt zijn om zowel op straat tussen het gewone verkeer te rijden,
als op de spoorweg tussen de zware treinen van de DB. Een dergelijk
concept wordt wel aangeduid als een 'duo-systeem': zowel tram als trein.
De
Saarbahn loopt in de stad als een tramlijn in oost-westelijke richting.
Behalve een regionale lijn is het vooral ook een stadstramlijn (elke
7,5 min. tussen Riegelsberg en Brebach). Dit gedeelte van het traject
is geheel nieuw aangelegd. De openbare ruimte is opgewaardeerd, de auto
voor een deel verbannen en het plaatselijke busnet aangepast en in belangrijke
mate omgevomd tot 'feeder' van de tram. Pal in het centrum bij de halte
Johan Kirche is goed te zien hoe mooi de tramlijn in de openbare ruimte
is geïntegreerd. Vandaar voert een korte wandeling naar het 18de eeuwse
centrum (de eigenlijke Altstadt ligt iets westelijker, aan de andere
kant van de rivier). In het voetgangersgebied rondom de St.Johanner
Markt is het aangenaam toeven. Hier kan comfortabel gewinkeld worden.
En Am Stiefel zijn ruime mogelijkheden op lekker te eten en te drinken.
Zicht
vanuit Light Rail Atlas' tijdelijke kantoor in Saarbrücken, 20
augustus 1999
Na enkele kinderziektes draait het nieuwe bedrijf goed. Er is een substantiële
toename van het aantal reizigers. Met name het traject door de binnenstad
is buitengewoon succesvol. Dat komt zeker ook doordat daar de lijn de
ruggegraat vormt van het locale openbaar vervoer; de bussen dienen overwegend
als 'feeders'.
Onlangs is de lijn aan westelijke zijde verlengd naar Riegelsberg, de
aanzet tot een verlenging via DB-spoor (symbolisch overgenomen voor
1 mark) naar Lebach.
Sinds de zomer van 1999 rijdt bij grote tentoonstellingen een tijdelijke
lijn 2 naar de Messe, via een tweede aansluiting op het DB-spoor nabij
Cottbuserplatz. Deze lijn illustreert hoe straks relatief gemakkelijk
het netwerk van Saarbrücken de regio in kan worden getrokken. Aldus
vormt dit bedrijf met Karsruhe nu al een succesvol duo-systeem ('tram-trein').
Foto (C) Light
Rail Atlas
aansluiting op het hoofdspoor nabij Cottbuserplatz,
21 augustus 1999
Westelijk
van de centrale stad ligt Cottbuser Platz, aanvankelijk een tijdelijk
eindhalte van de Saarbahn. De tramlijn loopt inmiddels vanaf hier naar
Riegelsberg-Süd. Pal voor de huidige eindhalte is een aansluiting gemaakt
met het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Deze aansluiting wordt vooralsnog
alleen gebruikt voor de tijdelijke lijn 2 naar de Messe (expocentrum).
In de nabije toekomst wordt permanent doorgereden naar verdere bestemmingen
in de regio, zoals Forbach (F), Völkingen en Saarlois (er is trouwens
ook nog een aansluiting op het hoofdspoor in Brebach). Cottbuserplatz
biedt een leerzaam perspectief op het concept van de Saarbahn. Kijkend
richting centrum zien we een nieuwe, niettemin traditionele stadstramlijn.
In de andere richting wordt die lijn eveneens nieuw uitgebouwd door
een buitenwijk, terwijl als het moet op pragmatische wijze verder de
regio in gereden kan worden via de aansluiting op het hoofdspoor.
Foto (C) Light
Rail Atlas, het tijdelijk eindpunt Cottbuserplatz, 20 augustus 1999
Op
het geheel gerenoveerde stationsplein komt de tram samen met de bus.
Er zijn vier sporen: twee voor de tram, twee voor de bus. Maar desgewenst
kan de tram ook (tijdelijk) halteren bij de iets lagere busperrons.
De situatie illustreert mooi hoe op eenvoudige wijze een overstap van
tram op bus, en van trein op tram/bus kan worden georganiseerd en vormgegeven.
De loopafstanden tussen de verschillende modaliteiten zijn kort. De
tram- en busperrons zijn doelmatig en fraai geïntegreerd in de openbare
ruimte. Een aardige bijkomstigheid is het feit dat indien noodzakelijk,
bijvoorbeeld bij calamiteiten, extra, tijdelijke diensten, etc., de
trams kunnen worden omgeleid naar het treinstation. Behalve in de testfase
en bij speciale presentaties van het materieel is dit echter tot nu
toe niet gebeurd.
Foto (C) Light
Rail Atlas,
Saarbahn in binnenstad, 21 augustus
1999
Aan
de oostelijke zijde van de centrale stad loopt de tramlijn via een talud
naar het dijklichaam van het hoofdspoor van de Deutsche Bahn. Even verderop
is de 'systeemgrens' tussen tram- en treinregiem en wordt op het hoofdspoor
aangetakt. In de verte staat op DB-opstelsporen een deel van het materieel
uit te rusten; de Saarbahn heeft voorlopig nog geen eigen remise en
werkplaats. Nog iets verderop, in Brebach, eindigt de stadsdienst. Elk
kwartier rijden de Light Rail-voertuigen vanaf hier door naar Kleinblittersdorf.
De lijn loopt hier pal langs de Saar. Aan de overkant ligt Frankrijk.
Soms passeert een snelle trein als tegenligger. De tram zelf rijdt hier
tegen de 100 kilometer per uur. De haltes langs de spoorlijn ogen niet
alleen sjofel, ze zijn het ook. Het positieve hiervan is dat de staat
van de stations het gezonde pragmatisme illustreert. Niet alles tegelijk
willen; ondertussen is het systeem toch een succes. En natuurlijk wordt
het straks mooier. Zo was de verbouwing en opknapbuurt van Brebach al
begin 2000 bijna klaar.
Foto (C) Light
Rail Atlasz,
Saarbahn in Brebach , 21 augustus
1999
Het
laatste stuk loopt eveneens langs de Saar. Twee keer per uur rijden
hier de sneltrams naar Frankrijk. De lijn takt uiteindelijk af van het
hoofdspoor en is vanaf dat punt uitgevoerd als enkelspoor. Via een brug
over de Saar wordt Frankrijk binnen gereden. Enkele honderden meters
verder ligt het station van Sarreguemines. De situatie is heel simpel
gehouden. Het enkelspoor blijft hier enkel spoor, en loopt alleen iets
door voor het eventueel opstellen van materieel. Het Franse perron is
met een laagje asfalt provisorisch enige centimeters opgehoogd. Aanvankelijk
zagen de Fransen de komst van de Saarbahn niet zitten. Nu, enkele jaren
later, is het tij echter geheel gekeerd. Zo maakt een geplande, derde
lijn van de stad Saarbrücken naar Forbach in Frankrijk een wellicht
goede kans om op niet al te lange termijn gerealiseerd te worden. Mede
door het succes van de Saarbahn en het vergelijkbare bedrijf van Karlsruhe
hebben de Fransen het 'duo-concept', zelf spreken ze van tram-train,
omarmd. Zo zal er over enige jaren een geheel nieuw, duo-systeem worden
geopend in Mulhouse. En ook de nieuwe stadstrambedrijven van Grenoble
en Straatsburg hebben zeer recentelijk besloten om hun net tot ver in
de regio uit te breiden door - net als in het Saarland - gebruik te
maken van hoofdspoor. In 2002 start in Parijs het eerste tram-treinproefbedrijf..
In de Franse grensstreek is men ondertussen bijzonder trots op de Light
Rail uit Duitsland. In korte tijd is de Saarbahn een handelsmerk voor
Sarreguemines, getuige onderstaande ansicht van de stad en het station.
Ansichtkaart
station Sarreguemines (Europ)
Data
Saarbrücken
Netwerk
Stamlijn
1 (met versterkingsdiensten op deeltrajecten):
Riegelsberg-Süd - Saarbrücken
- Brebach - Sarreguemines (F)
Tijdelijke
lijn 2: Saarbrücken - Messe - Fürstenhausen |
straat |
eigen
baan |
viaduct |
tunnel |
hoofdspoor |
x |
x |
- |
- |
x |
Materieel
type/vloerhoogte |
aantal |
bouwer |
bouwjaar |
lengte/breedte |
S1000/laag |
28
*) |
Bombardier |
1997-... |
37,5/2,65
m. |
*) Acht
exemplaren zijn uitgeleend aan de regio Kassel.
Tram
op treinspoor.
Montage: (C) Light Rail Atlas, juni 2001
In
juni 2001 is de eerste fase geopend van het nieuwe RegioTram-net
van Kassel. Op een bestaand hoofdspoortraject is een dienst
geopend tussen Hbf Kassel en de plaatsjes Hofgeismar en Warburg.
Twee jaar lang zullen van Saarbrücken gehuurde trams een zogenaamd
Vorlaufbetrieb verzorgen. Daarna zal het net worden uitgebreid
en via het stadstramnet Kassel in worden getrokken.
2.
Keulen,
of terug naar: [intro] [menu]
Aantal passagiers blijft stijgen
Na
de oorlog was de situatie van de stad en het tramnet deplorabel.
Maar begin jaren 60 wordt een grondige modernisering in gang gezet.
Er worden vrije trajecten aangelegd en men start de bouw van een
tramtunnel onder het centrum. Nu vandaag heeft Köln (ruim een
miljoen inwoners) een railgebaseerd OV-netwerk dat zich moeiteloos
kan meten met de klassieke metro van grotere steden. Dom/Hbf en
Neumarkt behoren tot de drukste U-bahn-stations van Duitsland.
Het aantal passagiers is nog steeds stijgende. Begin jaren 90 bedraagt
de jaarlijks groei ruim 5%. En in 1994 worden per jaar al meer dan
200 miljoen reizigers vervoerd. Dat komt door het mooie netwerk
en het fraaie materieel, maar dat komt juist ook door het hoge niveau
van dienstverlening, een uitgekiende tariefstructuur (onder andere
de zogenamde "Job Ticket" en een studentenkaart), en allerlei
parkeermaatregelen.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
station Dom/Hbf
Ondertussen
wordt het net aan verschillende kanten uitgebouwd. Ook zijn nieuwe
tunneltrajecten geopend, waaronder in 1997 een belangrijke buiten
het eigenlijke centrum, namelijk in de wijk Mülheim op de rechter
Rijnoever. De aanleg van tunnels is echter kostbaar. Zo is het plan
voor een tunnel ten behoeve van een tweede noorzuid-verbinding door
het centrum omstreden: benodigde investering is maar liefst 1 miljard
mark. Ondertussen worden ook meer tramachtige lijnen, met name in
oost-westelijke richting aangelegd, dan wel gerenoveerd. Een voorbeeld
van het laatste is de lijn naar Frechen in het zuidwesten. Er is
daar een nieuwe parkeergagrage geopend en de tramsporen zijn in
het centrum van het stadje verdubbeld om de frequentie te kunnen
verhogen.
Het Oost-West Netwerk
Het
Oost-westelijke Light Rail-netwerk van Köln strekt zich uit
tot ver in de omgeving van de stad. Een voorbeeld hiervan is de
huidige lijn 7 die van oost naar west naar de zelfstandige gemeente
Frechen loopt. In het dorpje Frechen loopt de lijn als enkelspoor
door een voetgangersgebied. Het buitentraject naar Köln loopt
over een goederenspoorlijn.
Het net van Köln tendeert dus naar een splitsing in twee, relatief
zelfstandige netwerken: een hoogperron- en een laagperron-systeem.
Op zich hoeft dit geen bezwaar te zijn, omdat de Light Rail-technologie
zeer geschikt is voor het vervaardigen van lokale compromissen,
bijvoorbeeld door kleine aanpassingen aan het materieel, of door
de perron-uitvoering. Dat laatste is te zien op het deel van de
buitenring, waar lagevloertams van lijn 7 uit Frechen een gezamelijk
traject hebben met de 'hoge' ringlijn 13.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
Lagevloertram met lage perrons (35 cm.),
in openbare ruimte (Neumarkt)
Het
oost-westelijke net om vat vier lijnen die alle samen komen op maaiveld
in de openbare ruimte van de Neumarkt. Op de rechtoever wordt gebruikt
van een tunneltraject met stations. Er zijn diverse uitbreiding
voorzien. Recentelijk is in Bensberg een ondergrondse verlenging
geopend.
Sinds
1995 zijn er voor dit netwerk lagevloertrams afgeleverd in een serie
van maar liefst 120 stuks. Het type is K4000, een lagevloersneltram
die thans in diverse varianten gebruikt wordt in respectievelijk
Wenen (A), Croyden (GB) en Stockholm (S).
De laatste variant zal eind 2002 ook worden gebruikt voor een proefbedrijf
in Nederland op de spoorlijn Gouda-Alphen. De
trams zullen twee jaar lang (tot december 2004) de huidige halfuurdienst
van de NS vervangen. Alleen de doorgaande spitsuurdiensten van Gouda
naar Leiden zullen met klassieke treinen gereden worden.
De trams zijn door de HTM besteld als vervolgserie van de lopende
order in Stockholm (Tvärbana). De HTM neemt het gehele financiële
risico (cira 30 miljoen gulden) voor zich, maar verwerft aldus ook
een voorsprong op concurrenten in de regionale Light Rail-markt.
In 2004 wordt de lijn Europees aanbesteed.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
Frechen, dorpsstraat
Data
Keulen Oost-West
Netwerk
Oost-westelijke
lijnenbundel (1/7/8/9):
Bensberg/Königsforst/Zünorf
-
(Weiden)/Junkersdorf/Frechen/Sülz |
straat |
eigen
baan |
viaduct |
tunnel |
hoofdspoor |
x |
x |
x |
x |
x |
Materieel
type/vloerhoogte |
aantal |
bouwer |
bouwjaar |
lengte/breedte |
K4000/laag |
120 |
Bombardier |
1995-1999 |
29,2/2,65
m. |
Foto:
Bombardier Transportation
Proefbedrijf Rijn-Gouwelijn start december 2002. De
HTM gaat in opdracht van de provincie Zuid-Holland in december 2002
het traject Goude-Alphen exploiteren met zes trams van het type
Stockholm (2.65 m. breed, 30 m. lang, 40 cm. vloerhoogte; fabrikant
is Bombardier), afgeleid van het type K4000 uit Keulen en vergelijkbare
types in Croydon (Londen) en Wenen. De trams zullen twee jaar lang
(tot december 2004) de huidige halfuurdienst van de NS vervangen.
Alleen de doorgaande spitsuurdiensten van Gouda naar Leiden zullen
met klassieke treinen gereden worden.
De trams zijn door de HTM besteld als vervolgserie van de lopende
order in Stockholm (Tvärbana). De HTM neemt het gehele financiële
risico (cira 30 miljoen gulden) voor zich, maar verwerft aldus ook
een voorsprong op concurrenten in de regionale Light Rail-markt.
In 2004 wordt de lijn Europees aanbesteed.
"RandstadRail
aan de Rijn" (Noord-Zuid)
Spectaculairder
zijn de lijnen 16 en 18 van het noord-zuidelijke net die vanaf noordelijk
Köln over twee lokale spoorlijnen naar Bonn rijden. Voorheen
liepen tussen de twee steden personen- en goederentreinen van de
KBE (Vorgebirgsbahn & Rheinufferbahn). Eind jaren 80 maken de
personentreinen echter plaats voor moderne trams. Er worden twee
doorgaande Stadtbahn-lijnen aangelegd via de reeds voorhanden tram-
en spoorlijnen. Zo ontstond een integratie van het Kölnse en
Bonnse net: een waarlijk RandstadRail aan de Rijn.
Dit regionale netwerk (zoals gezegd gevormd door de lijnen 16 en
18) wordt gezamenlijk door de vervoerbedrijven van Köln en
Bonn geëxploiteerd. Er is dus geen aparte NV of iets dergelijks.
Soms rijden trams van Bonn in Köln om kilometers te verrekenen.
De KBE exploiteert alleen nog het goederenverkeer; de twee trajecten
tussen Köln en Bonn hebben diverse verbindingen met het hoofdspoor
van de DB. De KBE is wel juridisch eigenaar van een aantal Stadtbahn-wagens.
Binnen niet al te lange tijd zullen het Keulse en Bonnse bedrijf
gaan fuseren.
Foto:
Nase;Stadtbahn B-materieel
Köln
is de geboorteplaats van het gelijknamige nieuwe materieel, dat
echter wereldwijd bekend is geworden onder de naam Stadtbahn B.
Deze nieuwe generatie trams waren 25 jaar geleden ontwikkeld om
op pragmatische wijze het hybride netwerk van Keulen te bedienen.
De Stadtbahn B-wagen kan met zijn hoge vloer halteren aan een eveneens
hoog perron, maar echter ook aan een laag perron, of zelfs in een
straatsituatie, zonder perrons, met behulp van een ingenieus trede-mechaniek.
De trams gingen echter ook rijden in het Ruhrgebied alwaar een ambiteus
heavy-metro project was gesneuveld. Dat verklaart de naam, want
die metro zou moeten worden bereden door Stadtbahn A-materieel (echter
nimmer gebouwd).
Het
netwerk van Köln is hybride; met name de noord-zuidelijke lijnen
bevatten kenmerken van een metro, maar ook van een tram. Dit compliceert
het ontwerp van de perrons. Op de regionale lijnen 16 en 18, maar
ook op enkele andere noord-zuid lopende lijnen overheersen de hoge
perrons (90 cm.). In de tunneltrajecten lagen tot voor kort nog
overal lage perrons (35 cm.), maar dat gaat veranderen. Zo worden
met de verbouwing van de stations Dom/Hbf en Neumarkt aldaar de
perrons verhoogd.
Dit blijft niet zonder praktische problemen. Ten eerste is het onmogelijk
om voortaan deze stations met de nieuwe lagevloertrams te bedienen.
Kennelijk is er in de lengte onvoldoende ruimte om het perron in
een laag en een hoog gedeelte te splitsen, zoals bijvoorbeeld te
zien is in Stuttgart en Duisburg. Een tweede probleem heeft betrekking
op de stadslijnen die per se ook stations zoals Dom/Hbf moeten bedienen.
Daar kan alleen nog maar Stadtbahn B-materieel rijden dat zowel
hoog als laag kan halteren.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
viaduct ringlijn 13
station Chorweiler lijn 18
De overweging om de stations in de centrumtunnel hoog te maken heeft
direct te maken met het capaciteitsprobleem. Een gelijkvloerse instap
verhoogt namelijk de in- en uitstapsnelheid, verkleint daarmee de
halteringstijd en vergroot dus de capaciteit. Het vervoerbedrijf
wil graag ook op de bovengrondse trajecten van centrumgerichte lijnen
de perrons verhogen. Een voorbeeld hiervan is lijn 12 van naar Zollstock
in het zuiden van de stad. De bewoners aldaar protesteren echter
hevig. Hoge perrons in de openbare ruimte kunnen veel last veroorzaken
(alhoewel dat niet altijd het geval hoeft te zijn!).
Data
Keulen-Bonn (Noord-Zuid)
Netwerk
Twee
Noord-Zuidlijnen (met vele overlappende stadsdiensten in
Keulen en Bonn):
16: Keulen-Buchheim - Bonn Hbf
18:
Keulen-Chorweiler - Bonn Hbf
|
straat |
eigen
baan |
viaduct |
tunnel |
hoofdspoor |
x |
x |
x |
x |
x |
Materieel
type/vloerhoogte |
aantal |
bouwer |
bouwjaar |
lengte/breedte |
Stadtbahn
B/hoog |
172 |
Siemens/Duewag |
1973-1981 |
27/2,65
m. |
Materieel
(vanaf 2002)
type/vloerhoogte |
aantal |
bouwer |
bouwjaar |
lengte/breedte |
K5000/hoog |
(146
+ 91) |
Bombardier |
2000-... |
29/2,65
m. |
Impressie
van K4000 en K5000 Keulen (links)
K5000 is ook besteld door Bonn (rechts)
3.
Links,
of terug naar: [intro] [menu]
Saarbrücken
http://www.saarbruecken.de
Over de stad Saarbrücken
STADTZEITUNG SAARBRÜCKEN
http://www.takt.de/
Inderdaad: de stadskrant
http://www.saarbahn.de
Saarbahn, het nieuwe O.V.-bedrijf van Saarbrücken
http://www.saarbruecken.de/webcam.htm
WEB-CAM in de binnenstad.
http://www.kiepe-elektrik.com/english/schienenfahrzeuge/saarbruecken/
De electrische installatie van Kiepe maakt het mogelijk om met verschillende
stroomvoorzieningen te werken.
Links Köln
Algemeen
LIGHTRAIL.NL
& Light Rail Atlas
Nederlandse
experts werken samen
Lightrail.nl
http://www.nirov.nl
Organisator
van de excursie.
4.
Studiereizen ,of
terug naar: [intro] [menu]
E-Mail voor
uw vragen en suggesties...
LRNL
of Light Rail Atlas
PROGRAMMA-suggesties:
Gebruikmakend van een internationaal netwerk van LR-experts. Desgewenst
wordt samengewerkt met het NIROV.
Onderstaande pakketten kunnen op korte termijn worden aangeboden. In
veel plaatsen is reeds contact gelegd met lokale deskundigen. Telkens
zijn de belangrijkste steden genoemd. Er kunnen ook andere steden aan
het pakket worden toegevoegd.
Surf
voor het meest actuele overzicht en de bijbehorende documentatie-links
naar:
de
service-pagina van Light Rail Atlas.
Noordwest-Europa
Düren - Keulen/Bonn
- Ruhrgebied;
Hannover - Kassel
- Bielefeld;
Saarbrücken - Strasbourg
- Nancy;
Orleans
- Nantes - Parijs;
Saarbrücken - Karlsruhe/Heilbronn
- Stuttgart;
Belgische kust -
Lille - Gent - Antwerpen;
Londen - Birmingham
- Manchester - Sheffield - Nottingham;
Parijs - Rouen -
Lille - Valenciennes.
Midden- en Zuid-Europa
Basel - Zürich -
Bern - Lausanne - Genève;
Milaan - Turijn
- Genua;
Napels - Messina;
Valencia - Barcelona
- Bilbao.
Oost-Europa
Poznan - Lodz -
Warschau - Krakow;
Praag - Most - Plzen
- Brno;
Helsinki - Petersburg;
Moskou - Noginsk
- Kolomna;
Kiev - Dnepropetrovsk.
Noord-Amerika
Portland - Seattle
- Vancouver;
Calgary - Edmonton
- Toronto;
San Francisco -
Los Angeles - San Diego;
San Francisco -
San Jose - Sacramento - Salt Lake City - Denver;
Boston - Newark
- New Jersey - Philadelphia - Baltimore;
Boston - Buffalo
- Pittsburgh - Cleveland
New Orleans - Memphis
- Dallas
Zuid-Amerika
Buenos Aires - Curitibá
- Rio de Janeiro
Afrika
Tunis
Azië
Hong Kong (stad)
- Hong Kong (Tuen Mun) - Manilla;
Tokyo - Kyoto -
Hiroshima.
Australië
Sydney - Melbourne
- Adelaide.
DOCUMENTATIE:
(C) Light Rail Atlas, november-december 2001
terug
naar: [intro] [menu]