NIROV
STUDIEREIS Maastricht, Liège, Köln, Düsseldorf, Duisburg
NETWERKEN
INFRASTRUCTUUR & LIGHT RAIL
Voorbeelden en projecten in & rond een euregio
(C) Light Rail Atlas / Rob van der
Bijl, (januari-februari 2000) juni 2002
update:
(101101) 120602
[menu] (of
lees eerst de introductie!)
Recentere
documentatie over Köln inmiddels beschikbaar:
www.lightrail.nl/nirov9/nirov9.htm
Introductie
Köln
en Düsseldorf bezitten ieder uitgestrekte Light Rail-netwerken.
Beide steden hebben een groot stadsnet dat bovendien is aangesloten
op andere netten in de regio (respectievelijk Bonn en het Ruhrgebied).
Verder zijn beide steden opgenomen in een S-bahn-stelsel, dat het gehele
centrale deel van Noordrhein-Westfalen bestrijkt. In dit gebied worden
bovendien sindskort een aantal nevenlijnen met Light Rail-dieselvoertuigen
geëxploiteerd.
Zoals het er nu naar uitziet zal Maastricht binnen enkele jaren op een
nieuwe Light Rail-verbinding zijn aangesloten. Uiteindelijk kan de Zuid-Limburgse
Light Rail wellicht worden doorverbonden met een eveneens nieuw stelsel
in de regio van Aachen. Ook zou het mogelijk zijn om een shuttle-verbinding
met Liège en haar nieuw TGV-station te realiseren.
Liège heeft overigens in de jaren 60 haar tram opgeheven en moet
het nu doen met bussen. Niettemin staat de stad er beter voor dan pakweg
tien jaar geleden.
DOCUMENTATIE:
(C) Light Rail Atlas, januari-februari 2000; Maastricht, Liège,
Köln, Düsseldorf.
De
documentatie voor deze NIROV-studiereis
is afgeleid van de website Light
Rail Atlas. Het materiaal verschijnt over enige tijd in gewijzigde
en geactualiseerde vorm op de Nederlandse versie van deze site.
Onderstaande
documentatie bestaat uit zes delen. Vanuit het volgende overzicht kunt
u direct naar het betreffende deel springen.
[terug
naar intro]
1.
Maastricht,
of terug naar: [intro] [menu]
Kaart: (C)
Light
Rail Atlas, Amsterdam 2000
Light Rail Zuid-Limburg
Het
Light Rail-project in Zuid-Limburg is één van de zeven
officiële projecten in Nederland (alle opgenomen in het MIT); het
bestaat vooralsnog uit
het voornemen om de bestaande lijn Maastricht-Heerlen-Kerkrade om te
zetten naar Light Rail. Eventueel kan de lijn verder lopen naar Aken,
omdat in de regio van deze stad ook een Light Rail-netwerk is geprojecteerd.
Mogelijk worden in een tweede fase trajecten aangelegd waarbij de Light
Rail zich mengt met het wegverkeer in Maastricht (in westelijke richting)
en in Heerlen (ondermeer over het grensoverschrijdend bedrijfsterrein
aan de zuidkant van de stad). Net
als in vergelijkbare projecten in Nederland stelt Rail Infra Beheer
ook hier zeer hoge beveiligingseisen. Zo moet bijvoorbeeld een bestaande
overweg vlak voor Maastricht worden vervangen door een dure ongelijkvloerse
kruising. De kosten voor de eerste fase bedragen circa zeventig miljoen
gulden.
Volgens
Gerrit-Jan van Zoelen, directeur van de Zuid-Limburgse streekvervoerder
HERMES, medio 1999, zag het er naar uit dat het project er binnen niet
al te lange tijd zou komen. Enkele maanden later
blijkt dit echter een voorbarige uitspraak. Voorlopig gaat vooral energie
zitten in de fusie-perikelen tussen Van Zoelens HERMES en ARRIVA, de
vervoerder die eveneens actief is in Zuid-Limburg. Daarnaast is er sprake
van dat de Duitse DB naar Maastricht gaat rijden. Hoe zich dat verhoudt
met de Light Rail-plannen is onduidelijk.
Momenteel
bevindt het project zich in de planstudiefase. Hierin zal onder meer
worden onderzocht of het project niet eenvoudiger (dat wil zeggen 'tram-achtiger')
te realiseren is. In de plannen tot nu toe waren met name de beveiligingskosten
voor een Light Rail-project relatief hoog. Medio 2000 zal naar verwachting
een projectbesluit worden genomen. Met de bouw kan in 2001 worden begonnen,
mits ook regionale financiering geregeld is. Medio 2003 zou dan kunnen
worden gereden. In Heerlen kan tegen die tijd ook gestopt worden aan
de nieuwe haltes West (meubelboulevard) en Oost (VINEX-locatie Kissel).
Nog steeds bestaat het voornemen om bij gebleken succes door te rijden
in de stad Maastricht. Hiervoor zijn echter nog geen concrete plannen
gemaakt. Er bestaat alleen een idee de lijn over de Wilhelminabrug,
of over de noordelijker gelegen oude spoorbrug te voeren. Daarnaast
kan de Light Rail een rol spelen bij het functioneel koppelen van Maastricht
aan de Thalys tussen Brussel en Düsseldorf, alsmede bij de realisering
van een regionale verbinding met Sittard. Ook voor deze zaken bestaat
jammer genoeg nog geen concrete plannen.
Er zit wel een geweldige adder onder het gras. Het project kan namelijk
pas daadwerkelijk van start gaan als regionaal de zaak wordt gefinancierd.
Voor 2005 stelt het Rijk in ieder geval geen geld beschikbaar. Dit zal
in de praktijk betekenen dat de voortgang van het Zuid-Limburgse project
voorlopig geheel afhankelijk is van de wijze waarop decentralisatie
en aanbesteding zal worden geregeld. Gelet op de actuele fusie-perikelen
en de algehele onzekerheid over de wijze waarop PPS-achtige constructies
zullen slagen, maakt deze houding van het Rijk de nabije toekomstverwachting
van dit Light Rail-project eigenlijk bijzonder onzeker.
Niettemin kan de lijn in principe verlengd worden naar Aken. Overigens
verkeren de Light Rail-plannen daar in een impasse, sinds de gemeenteraadsverkiezingen
begin 1999 zijn gewonnen door de rechtse coalitie. De sociaal-democratische
burgemeester zit weliswaar nog steeds op zijn post, maar heeft niet
veel macht meer op zijn tramplannen er door te krijgen. Ondertussen
zullen wel een aantal (grens)baanvakken geëxploiteerd gaan worden
met diesel light rail.
Tijdens de behandeling van het MIT in de Tweede Kamer (begin december
1999) zijn over de Light Rail in Zuid-Limburg (alsmede twee vergelijkbare
projecten) wel vragen gesteld. Waarom wordt voor een project dat inhoudelijk
in principe rond is, pas over vijf jaar geld beschikbaar gesteld? Naar
aanleiding hiervan hebben de kamerleden Hindriks, Verbugt en Giskes
een (aangenomen!) motie ingediend waarin zij een Plan van Aanpak vragen,
om zo verdere vertraging in de plannen te voorkomen.
Kaart: (C)
Light
Rail Atlas, Amsterdam 2000
Toekomstig
Thalys-netwerk;
Liège, Aachen, Köln en Düsseldorf liggen aan dezelfde
lijn.
Maastricht kan via de eerste twee een functionele verbinding krijgen!
Duisburg heeft al zo'n aansluiting.
2.
Liège,
of terug naar: [intro] [menu]
Light Rail avant la lettre
Foto: Aux Trams Citoyens! H.K. (Luxembourg) S.A.
Luik (Liège) 6 januari 1967. Het materieel van de 'tram vert'
staan gereed voor vertrek van Liège naar Seraing: Light Rail
avant la lettre! Deze in die tijd tamelijk moderne tram reed echter
op 30 april 1968 voor het laatst. Nu zijn er alleen nog 'groene' trams
te zien in het transportmuseum,
gevestigd in een voormalige tramremise.
In de jaren 70 bestond het plan om in de stad een ondergrondse, volautomatische
mini-metro aan te leggen. Hoewel met de bouw daarvan is begonnen, werd
het project nooit voltooid.
Nieuw elan
Model
van het nieuwe station
Langzamerhand begint de stad uit het economische en stedebouwkundige
dal te klimmen. Een belangrijke impuls is ongetwijfeld het nieuwe TGV-station,
naar een ontwerp van Calatrava. Er is sprake van een nieuw elan. Zo
is onlangs in het centrum een nieuwe ondergrondse parkeergarage geopend,
waarbij voor een deel gebruik gemaakt is van de ruwbouw van het mislukte
metro-project. Rond de parkeergarage is ook de infrastructuur van de
bus aangepast. Er zijn wel plannen om de doorstroming van het busverkeer
verder te verbeteren, maar geen voornemens om Light Rail te introduceren.
Links Liège
http://www.wallonia.com/liege/liege/index.htm:
Over de stad Liège, praktische informatie; http://www.lgih.ulg.ac.be/tram2000/practical_information.htm:
Idem, in Engels;
http://www.ping.be/isllg/Doc/musees.htm:
Vijf musea van Liège, waaronder Transport;
http://www.liegeonline.be/tec/:
TEC, het openbaar vervoerbedrijf van Liège en Verviers;
http://www.liegeonline.be/tec/menumuse.htm:
TEC-pagina over transportmuseum;
http://www.ulg.ac.be/foreign/liege_en.html:
Universiteit van Liège;
http://www.liegeonline.be/en/inve/rail.html:
Over de bereikbaarheid per spoor van Liège.
3.
Köln,
of terug naar: [intro] [menu]
RandstadRail aan de Rijn
Kaart:
(C) Light Rail Atlas, Amsterdam januari 2000
Het Light Rail-netwerk van Köln strekt zich uit tot ver in de omgeving
van de stad. Een voorbeeld hiervan is de huidige lijn 7 die van oost
naar west naar de zelfstandige gemeente Frechen loopt. In het dorpje
Frechen loopt de lijn als enkelspoor door een voetgangersgebied. Het
buitentraject naar Köln loopt over een goederenspoorlijn. Nog spectaculairder
zijn de lijnen 16 en 18 die vanaf noordelijk Köln over twee lokale
spoorlijnen naar Bonn rijden. Voorheen liepen tussen de twee steden
personen- en goederentreinen van de KBE (Vorgebirgsbahn & Rheinufferbahn).
Eind jaren 80 maken de personentreinen echter plaats voor moderne trams.
Er worden twee doorgaande Stadtbahn-lijnen aangelegd via de reeds voorhanden
tram- en spoorlijnen. Zo ontstond een integratie van het Kölnse
en Bonnse net: een waarlijk RandstadRail aan de Rijn.
Dit regionale netwerk (zoals gezegd gevormd door de lijnen 16 en 18)
wordt gezamenlijk door de vervoerbedrijven van Köln en Bonn geëxploiteerd.
Er is dus geen aparte NV of iets dergelijks. Soms rijden trams van Bonn
in Köln om kilometers te verrekenen. De KBE exploiteert alleen
nog het goederenverkeer; de twee trajecten tussen Köln en Bonn
hebben diverse verbindingen met het hoofdspoor van de DB. De KBE is
wel juridisch eigenaar van een aantal Stadtbahn-wagens.
Foto:
Nase; Klassieke tram in Köln
(GT8)
De stad (1)
Na
de oorlog was de situatie van de stad en het tramnet deplorabel. Maar
begin jaren 60 wordt een grondige modernisering in gang gezet. Er worden
vrije trajecten aangelegd en men start de bouw van een tramtunnel onder
het centrum. Nu vandaag heeft Köln (ruim een miljoen inwoners)
een railgebaseerd OV-netwerk dat zich moeiteloos kan meten met de klassieke
metro van grotere steden. Dom/Hbf en Neumarkt behoren tot de drukste
U-bahn-stations van Duitsland.
Het aantal passagiers is nog steeds stijgende. Begin jaren 90 bedraagt
de jaarlijks groei ruim 5%. En in 1994 worden per jaar al meer dan 200
miljoen reizigers vervoerd. Dat komt door het mooie netwerk en het fraaie
materieel, maar dat komt juist ook door het hoge niveau van dienstverlening,
een uitgekiende tariefstructuur (onder andere de zogenamde "Job
Ticket" en een studentenkaart), en allerlei parkeermaatregelen.
Foto: (C)
Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
station Dom/Hbf
Ondertussen
wordt het net aan verschillende kanten uitgebouwd. Ook zijn nieuwe tunneltrajecten
geopend, waaronder in 1997 een belangrijke buiten het eigenlijke centrum,
namelijk in de wijk Mülheim op de rechter Rijnoever. De aanleg
van tunnels is echter kostbaar. Zo is het plan voor een tunnel ten behoeve
van een tweede noorzuid-verbinding door het centrum omstreden. De benodigde
investering (1 miljard mark) zou echter aanzienlijk lager kunnen zijn
als het tracé meer bovengronds langs de Rijnoever zou worden
gesitueerd. Ondertussen worden ook meer tramachtige lijnen, met name
in oost-westelijke richting aangelegd, dan wel gerenoveerd. Een voorbeeld
van het laatste is de lijn naar Frechen in het zuidwesten. Er is daar
een nieuwe parkeergagrage geopend en de tramsporen zijn in het centrum
van het stadje verdubbeld om de frequentie te kunnen verhogen.
Foto:
Nase (mabrue@zfn.uni-bremen.de);Stadtbahn
B-materieel
Köln
is de geboorteplaats van het gelijknamige nieuwe materieel, dat echter
wereldwijd bekend is geworden onder de naam Stadtbahn B. Deze nieuwe
generatie trams waren 25 jaar geleden ontwikkeld om op pragmatische
wijze het hybride netwerk van Keulen te bedienen. De Stadtbahn B-wagen
kan met zijn hoge vloer halteren aan een eveneens hoog perron, maar
echter ook aan een laag perron, of zelfs in een straatsituatie, zonder
perrons, met behulp van een ingenieus trede-mechaniek.
De trams gingen echter ook rijden in het Ruhrgebied alwaar een ambiteus
heavy-metro project was gesneuveld. Dat verklaart de naam, want die
metro zou moeten worden bereden door Stadtbahn A-materieel (echter nimmer
gebouwd).
De
klassieke trams zijn voor een groot vervangen door de Stadbahn-wagens
(in verschillende uitvoeringen). Sinds 1995 zijn er in Köln echter
ook veel lagevloertrams afgeleverd: aanvankelijk van hetzelfde type
als in Bonn, recenter een aangepaste versie van Combino in een serie
van maar liefst 120 stuks.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
Frechen, dorpsstraat
Perrons, perrons, perrons (1)
Het
netwerk van Köln is hybride; het bevat kenmerken van een metro,
maar ook van een tram. Dit compliceert het ontwerp van de perrons. Op
de regionale lijnen 16 en 18, maar ook op enkele andere noord-zuid lopende
lijnen overheersen de hoge perrons (90 cm.). In de tunneltrajecten lagen
tot voor kort nog overal lage perrons (35 cm.), maar dat gaat veranderen.
Zo worden met de verbouwing van de stations Dom/Hbf en Neumarkt aldaar
de perrons verhoogd.
Dit blijft niet zonder praktische problemen. Ten eerste is het onmogelijk
om voortaan deze stations met de nieuwe lagevloertrams te bedienen.
Kennelijk is er in de lengte onvoldoende ruimte om het perron in een
laag en een hoog gedeelte te splitsen, zoals bijvoorbeeld te zien is
in Stuttgart en Duisburg. Een tweede probleem heeft betrekking op de
stadslijnen die per se ook stations zoals Dom/Hbf moeten bedienen. Daar
kan alleen nog maar Stadtbahn B-materieel rijden dat zowel hoog als
laag kan halteren.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
viaduct ringlijn 13
station Chorweiler lijn 18
De overweging om de stations in de centrumtunnel hoog te maken heeft
direct te maken met het capaciteitsprobleem. Een gelijkvloerse instap
verhoogt namelijk de in- en uitstapsnelheid, verkleint daarmee de halteringstijd
en vergroot dus de capaciteit. Het vervoerbedrijf wil graag ook op de
bovengrondse trajecten van centrumgerichte lijnen de perrons verhogen.
Een voorbeeld hiervan is lijn 12 van naar Zollstock in het zuiden van
de stad. De bewoners aldaar protesteren echter hevig. Hoge perrons in
de openbare ruimte kunnen veel last veroorzaken (alhoewel dat niet altijd
het geval hoeft te zijn!).
Het
net van Köln tendeert dus naar een splitsing in twee, relatief
zelfstandige netwerken: een hoogperron- en een laagperron-systeem. Op
zich hoeft dit geen bezwaar te zijn, omdat de Light Rail-technologie
zeer geschikt is voor het vervaardigen van lokale compromissen, bijvoorbeeld
door kleine aanpassingen aan het materieel, of door de perron-uitvoering.
Dat laatste is te zien op het deel van de buitenring, waar lagevloertams
van lijn 7 uit Frechen een gezamelijk traject hebben met de 'hoge' ringlijn
13.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Köln, 29-01-2000
Lagevloertram met lage perrons (35 cm.),
in openbare ruimte (Neumarkt)
Links Köln
4.
Düsseldorf
(& Duisburg),
of terug naar: [intro] [menu]
Ruhrgebied
Foto: (C)
Light Rail Atlas, Düsseldorf (Jan Wellemplatz), 1962/'63/'72/'73
Het
netwerk van Düsseldorf maakt onderdeel uit van een van de meest
uitgestrekte Light Rail-stelsels ter wereld. Behalve Düsseldorf
omvat dit stelsel een groot aantal steden in het Ruhrgebied: Krefeld,
Duisburg, Dinslaken, Mülheim, Bochum, Gelsenkirchen, Essen en Dortmund
(de laatste zonder fysieke verbinding). Twee jaar geleden is Oberhausen
opnieuw op dit stelsel aangesloten.
Het Ruhrgebied is de afgelopen twintig jaar sterk veranderd. Zo verdween
een groot deel van de zware industrie, met name in het dun bevolkte
noordelijk deel. Als gevolg daarvan is het net her en der sterk uitgedund.
Zo verdween bijvoorbeeld de Vestische Strassenbahnen,een maatschappij
die lijnen exploiteerde in stadjes als Recklinghausen en Castrop-Rauxel.
Ook Wuppertal verloor haar tram, maar behield de curieuze Schwebebahn.
In dezelfde tijd bleven in Düsseldorf vanaf het Jan Wellemplatz
de trams ongestoord vertrekken naar Krefeld (lijn K) en Duisburg (lijn
D).
Kaart:
(C) Light Rail Atlas, Amsterdam januari 2000
Relatief
laat is in Düsseldorf een Stadtbahn annex U-bahn ontwikkeld. De
lijnen naar Krefeld en Duisburg hebben echter voor de bouw ervan een
gunstige aanleiding gevormd. Door deze lijnen in het centrum in een
nieuwe, deels tweelagige (!) tunnel in de richting van Hbf te voeren
is in korte tijd een doelmatig regionaal Light Rail-systeem ontstaan.
Behalve genoemde lijnen bestaat dit systeem uit enkele versterkingslijnen
en stadstramlijnen naar bijvoorbeeld de Messe en de gemeente Neuss.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Düsseldorf, 29-01-2000
Halte Messe-Ost
Duisburg
Foto: (C)
Light Rail Atlas, Duisburg, 23-6-1973
De
lijn naar Duisburg illustreert goed de geschiedenis van de mislukte
metroplannen en de pragmatische wijze waarop deze plannen later toch
weer - in een nieuw Light Rail-jasje - opduiken. Begin jaren 70 werd
op het Duisburgse deel van U79 (toen nog lijn D) hard gewerkt aan een
viaduct met enkele stations. Het viaduct rees merkwaardigerwijs op in
een tamelijk landelijke en dorpse omgeving. Het betrof echter een pilot
in het kader van de plannen om in het Ruhrgebied een echt metronet aan
te leggen. Daarvan is het nimmer gekomen. In plaats daarvan heeft Düsseldorf
net als andere steden in het Ruhrgebied Stadtbahn B-materieel besteld.
Düsseldorf was in die tijd sterk tegen de metroplannen in het Ruhrgebied
- waar ze strikt genomen niet in ligt - gekant. Toch is inmiddels de
centrumtunnel aangelegd. En aan de andere kant heeft Duisburg enige
tijd geleden het laatste stuk van U79 ondergronds gebracht.
De stad (2)
Foto: (C)
Light Rail Atlas, Düsseldorf, 23-6-1973; klassiek trammaterieel
(GT6)
Naats
het regionale systeem heeft Düsseldorf ook een echt stadstrambedrijf.
Er rijden nog steeds klassieke stadstram, die binnenkort echter vervangen
zullen zijn door de stadstrams-nieuwe-stijl, te weten een Düsseldorfse
versie van de Combino, gebouwd door Duewag, de tramfabriek in Düsseldorf,
die sinds enige tijd onderdeel uitmaakt van het Siemens-concern. Er
rijdt trouwens al een grote serie lagevloertrams van hetzelfde type
als in Bonn. De vervoerscapaciteit werd hiervan voor een aantal lijnen
onvoldoende geacht.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Düsseldorf, 29-01-2000
Diverse klassieke tramtypes in de binnenstad.
Er bestaan nog veel klassieke straattrajecten. Daarnaast is een groot
deel van het net op vrije baan gebracht. Bovendien zijn er plannen voor
een aantal tunnels. De hoge kosten vormen echter een niet onbelangrijke
hindernis. Zo lijkt de geplande oost-westtunnel onder het centrum definitief
van de baan. Een gemiddelde kilometerprijs (inclusief een station) van
ruim 200 miljoen mark is vaak toch te gortig. Niettemin wordt er wel
gewerkt aan een geboorde 1.8 km. tunnel vanaf Oberbilk in zuidelijke
richting.
Perrons, perrons, perrons (2)
Het
probleem van de perrons speelt ook in Düsseldorf. De perrons van
de lijnen naar Krefeld en Duisburg zijn overwegend hoog. In de tunneldelen
zijn alle perrons hoog. Net als in Köln belemmert dit de inzet
van andere tamtypes, met een lage vloer. Anders dan Köln heeft
Düsseldorf onlangs gekozen om op den duur de perrons in de centrumtunnel
te verlagen zodat dit traject beter kan worden geïntegreerd in
het stadsnet.
De perrons in de Duisburgse tunnels bestaan uit een laag en een hoog
gedeelte. Dat is bijvoorbeeld te zien in het eindstation van U79.
Foto:
(C) Light Rail Atlas,
Düsseldorf, 29-01-2000
Lagevloertram,
eerste serie, type Bonn
Links Düsseldorf
http://www.rheinbahn.de/: Het
openbaar vervoerbedrijf van de stad (die Rheinbahn);
http://www.vrr.de/: het vervoersverbond
Rhei-Ruhr
http://www.duesseldorf.de/:
over de stad Düsseldorf.
http://www.jusos.org/niederrhein/magazin/vrr.html:
Over toekomst van de VRR!;
http://www.rheinbahn.de/main/rheinbahn/netzplan/images/linien.jpg:
download een zeer grote netkaart;
5.
Algemene Links,
of terug naar: [intro] [menu]
LIGHTRAIL.NL
& Light Rail Atlas
Nederlandse
experts werken samen
Lightrail.nl
http://www.nirov.nl
Organisator
van de excursie.
http://www.bawue.de/~martin/bahn/fzlisten/index.html.
Hobby-pagina's van Martin Rimmele (rimmele@gmx.de)
http://www.de-consult.de/d/rep298/r298_5.htm
Interview met Dieter Ludwig geestelijk vader van het Duitse duo-systeem
in Karlsruhe.
Studiereizen
of terug naar: [intro] [menu]
E-Mail
voor
uw vragen en suggesties...
NIROV
& Light Rail Atlas,
met nog meer informatie over excursies!
PROGRAMMA-suggesties:
Gebruikmakend van een internationaal netwerk van LR-experts.
Onderstaande pakketten kunnen op korte termijn worden aangeboden. In
de meeste landen is reeds contact gelegd met lokale deskundigen. Telkens
zijn de belangrijkste steden genoemd. Desgewenst kunnen ook andere steden
aan het pakket worden toegevoegd.
Noordwest-Europa
* Aken - Keulen/Bonn - Ruhrgebied;
* Luik - Keulen - Düsseldorf;
* Hannover - Kassel - Bielefeld;
* Saarbrücken - Strasbourg
- Nancy;
* Luxemburg - Saarbrücken - Karlsruhe/Heilbronn - Stuttgart;
* Belgische kust - Lille - Gent - Antwerpen;
* Londen - Birmingham - Manchester - Sheffield - Nottingham;
* Parijs - Rouen - Lille - Valenciennes.
Midden- en Zuid-Europa
* Basel - Zürich - Bern - Lausanne;
* Milaan - Turijn - Genua.
Oost-Europa
* Poznan - Lodz - Warschau - Krakow;
* Helsinki - Petersburg;
* Kiev - Dnepropetrovsk.
Noord-Amerika
* Portland - Seattle - Calgary - Edmonton;
* San Francisco - Los Angeles - San Diego;
* Boston - Newark - Baltimore - Cleveland.
Azië
* Hong Kong (stad) - Hong Kong (Tuen Mun) - Manilla;
* Tokyo - Kyoto - Hiroshima.
Australië
* Sydney - Melbourne - Adelaide.
DOCUMENTATIE:
(C) Light Rail Atlas, januari-februari 2000; Maastricht, Liège,
Köln, Düsseldorf.
Speciale dank aan professor Maurits van Witsen, alsmede TransTEC Amsterdam
.
terug
naar: [intro] [menu]